Maak een schakeling met 3 lampjes in serie (achter elkaar)
Zet de spanningsbron op 30 volt.
1. Meet de spanning over 1 lampje
2. Meet de spanning over twee lampjes
3. Meet de spanning over drie lampjes
Slide 3 - Diapositive
Planning
Lesdoelen
Stroomkringen
Spanning meten
Uitleg PO Energiecoach
Huiswerk
Slide 4 - Diapositive
Lesdoelen
Aan het eind van deze les kan ik:
vertellen wat een spanningsbron is en hoe deze is opgebouwd;
uitleggen wat spanning is en in welke eenheid je deze meet;
uitleggen wat wisselspanning en gelijkspanning is;
uitleggen hoe een batterij werkt;
spanning meten met een voltmeter.
uitleggen wat het PO inhoudt
Slide 5 - Diapositive
Tijdens de les wil ik dat:
1. Je luistert als ik praat en is het stil
2. Je naar elkaar luistert
3. Je de juiste spullen voor je hebt
4. Je je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Je respectvol bent naar je klasgenoten en mij
Slide 6 - Diapositive
H3 Elektriciteit in huis - 3.3 Spanningsbronnen
Slide 7 - Diapositive
Stroomkring
Ga naar: https://phet.colorado.edu/en/simulations/circuit-construction-kit-dc
Bouw de onderstaande stroomkring
Slide 8 - Diapositive
phet.colorado.edu
Slide 9 - Lien
Spanningsbron
Iets wat stroom geeft, noemen we een spanningsbron.
Voorbeelden van spanningsbronnen zijn batterijen, accu's, stopcontact en een dynamo.
Slide 10 - Diapositive
Je kunt grotere spanning krijgen door batterijen "in serie" te zetten.
De totale spanning is de optelsom van de spanning van de batterijen.
Slide 11 - Diapositive
Je kunt uitleggen wat spanning is en hoe je de spanning meet.
Je kunt het verschil tussen stroomsterkte en spanning uitleggen.
Spanning
Spanning vertelt je hoeveel elektrische energie elk deeltje met zich meeneemt.
Om spanning te krijgen, heb je een spanningsbronnodig.
De eenheid van spanning in Volt (V).
Slide 12 - Diapositive
Wisselspanning en gelijkspanning
Gelijkspanning: Een batterij heeft een
+ en - symbool en levert gelijkspanning
Wisselspanning: Stopcontact wisselt
+ en - razend snel
Apparaat voor wisselspanning werkt niet op gelijkspanning.
Fiets dynamo levert wisselspanning.
Slide 13 - Diapositive
adapter
adapter zet 230 V om naar de spanning voor het apparaat.
adapter zet wisselspanning om in gelijkspanning
voorbeeld van een adapter:
oplader van je telefoon en je laptop
Slide 14 - Diapositive
Spanningsbronnen
Er zijn drie soortenspanningsbronnen:
chemische: batterijen en accu's
beweging: dynamo's en generatoren
licht: zonnecellen / zonnepanelen
Slide 15 - Diapositive
Voltmeter
Slide 16 - Diapositive
voltmeter
Slide 17 - Diapositive
Volt meten
Pak een batterij, twee snoeren en een spanningsmeter
Meet de spanning van jouw batterij
Slide 18 - Diapositive
Zelfstandig werken ZS
Maak op Learnbeat:
3.4C: Begrijpen
3.4D: Beheersen
- 10 minuten in ZS
- Niet klaar? Huiswerk
timer
10:00
Slide 19 - Diapositive
PO Energie-coach
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
PO Energie-coach
Jij gaat zorgen voor energiebesparingen!
Lees het PO blad door in 5 minuten ZS
timer
5:00
Slide 22 - Diapositive
Vermogen
Vermogen= de hoeveelheid energie die een apparaat per seconde omzet
De afkorting voor vermogen is de hoofdletter P van het Engelse woord voor vermogen, power.
De eenheid van vermogen is watt (W).
Slide 23 - Diapositive
Vermogen - typeplaatje
Het vermogen geeft ook aan wat een apparaat kan. Met een boormachine van 300 watt zal je niet zo makkelijk een gat boren als met een boormachine van 800 watt. Apparaten met een hoger vermogen kunnen meer maar gebruiken ook meer elektrische energie. Hoe groter het vermogen van een apparaat, hoe meer het apparaat kost om het te gebruiken.
Het vermogen van een apparaat staat altijd op het typeplaatje.
Een typeplaatje vind je vaak achterop of onderop een elektrisch apparaat.Op het typeplaatje vind je het vermogen van een apparaat.
Slide 24 - Diapositive
Energiegebruik
Hoe meet je energiegebruik?
Energiegebruik > omzetting van energie in apparaten - afhankelijk van het vermogen van apparaat - hoelang het apparaat gebruikt wordt, dus tijd
Eenheid kWh, kiloWattuur
Slide 25 - Diapositive
Wat kost energie?
kWh prijs momenteel rond de €0,35
Vraag je ouders naar wat jullie thuis betalen per kWh!
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Vidéo
Slide 28 - Diapositive
Ga aan de slag:
Jullie bedenken minimaal vijf apparaten die energieslurpers in huis kunnen zijn.
Bedenk iets waardoor dit minder zou kunnen worden.
Volgende week maandag neem je een lijstje mee waarop staat welke apparaten je onderzoekt en hoeveel vermogen deze hebben.