Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
2.2 Wat is cultuur?
Hoofdstuk 2 Bevolking en cultuur
Welkom! Pak alvast Boek + laptop
Slide 1 - Diapositive
Lesplanning
Vorige les herhalen
Samen lezen + uitleg
Zelfstandig werken
Slide 2 - Diapositive
De manier waarop mensen over een bepaald gebied verspreid zijn noemen we
A
bevolkingsdichtheid
B
bevolkingsspreiding
Slide 3 - Quiz
de bevolkingsspreiding kan:
A
hoog/laag zijn
B
gelijk/ongelijk zijn
Slide 4 - Quiz
De bevolking is in Nederland gelijkmatig verdeeld
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
De bevolkingsdichtheid is in de Randstad het grootst?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
De bevolkingsdichtheid is in het Oosten van de VS het hoogst
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Deze bevolkingsgrafiek
A
Laat een arm land zien
B
Laat een rijk land zien
C
Oke, serieus ...dinsdagochtend...komt u met deze onzin aan, zo geen zin in. Mijn wekker vroeg moeten zetten en niet oke
Slide 9 - Quiz
Waarom zijn er in een rijk land vaak minder grote gezinnen?
Slide 10 - Question ouverte
Een bevolkingsgrafiek laat zien
A
migratie in miljoenen
B
Hoeveel mensen ergens wonen en waarom
C
per leeftijdsgroep/geslacht hoeveel mensen ergens wonen
D
bevolkingsgroei per jaar
Slide 11 - Quiz
De wereldbevolking groeit, dit heeft te maken met
A
de natuurlijke bevolkingsgroei
B
de sociale bevolkingsgroei
Slide 12 - Quiz
Jandikke, een megavulkaan barst uit, overal vloeit lava. Oncomfortabel, laten we ergens naartoe gaan
A
politieke reden
B
sociale reden
C
economische redend
D
natuurlijke reden
Slide 13 - Quiz
Samen lezen 2.2
Slide 14 - Diapositive
Cultuur
De manier waarop mensen samen leven noem je cultuur.
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Culturele identiteit: is wie je bent door de gewoonten, tradities, taal en feestdagen van jouw cultuur. Het is wat jou en je familie uniek maakt. Bijvoorbeeld, als je thuis Sinterklaas viert
Slide 17 - Diapositive
Cultuur wordt bepaald door de volgende drie onderdelen:
1. Taal: de meeste mensen spreken maar 1 taal goed. Sommige talen zijn wereldtalen, zoals Engels, Chinees, Spaans en Frans
2.Godsdienst
3. gewoonten
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Zelfstandig werken
maken opdr.
1 - 2 - 3 -5 -6
Slide 20 - Diapositive
Toets par. 2.1 + 2.2
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Wat is cultuur?
Slide 23 - Question ouverte
Welke cultuurelementen hebben we net behandeld?
Slide 24 - Question ouverte
Op welke twee manieren kan een cultuur veranderen?