Bijvoorbeeld: tafel – tafels; speldje – speldjes; vakantie – vakanties.
Meestal moet de -s aan het woord vast.
Gebruik ’s als je het woord verkeerd uitspreekt: echo – echo’s; kiwi – kiwi’s; oma – oma’s.
Woorden die eindigen op een -y krijgen ’s: ijslolly – ijslolly’s.
Let op: Als er voor de slot-y nog een andere klinker staat, wordt de -s wél aan het woord vast geschreven: display – displays; cowboy – cowboys.