lj1 p2 week 3

• Engels
• MBO
• Studiejaar 1

(G)PM1A/B/IKC

Today we:

Repeat adjectives + adverbs, comparisons

Finish 4.4

Goals, today you:

Know what adjectives and adverbs are and when to use them

Know what comparison is and how to use it

Know how to understand signs and languages

Know the words from 4.1,4.2, 4.3, 4.4

Steps to understand adverbs/adjectives better :

Stap 1:

Waar zegt het iets over?

Stap 2:

Zegt het iets over een mens, dier, ding? Overal waar je de, het, een voor kunt zetten?

Dan is het een bijvoeglijk naamwoord (adjective)

Voorbeeld: She is a beautiful girl

Stap 3:

Zegt het iets over een werkwoord? De manier waarop iets gebeurd?

Dan is het een bijwoord (adverb)

Voorbeeld: She sings beautifully

Use the 3 steps:

Do the exercise on your sheet ( 5 mins)

Discuss answers

Comparison, step 1:

Hoeveel lettergrepen?

Regel 1 lettergreep:

Tall – taller- the tallest

Regel 3 lettergrepen of meer:

Beautiful- more beautiful- the most beautiful

Comparison, step 2:

Eindigt het op –y,-le,-ow,-er +klemtoon eerste lettergreep? Dan regel 1 lettergreep:

Happy- happier- the happiest

Zo niet, dan regel 3 of meer lettergrepen:

Awful- more awful- the most awful

Use the steps:

Do the exercises on your sheet ( 5 mins)

Discuss answers

How do you feel about adverbs/adjectives and comparison?

😒🙁😐🙂😃

Practice:

Adverbs/adjectives, teams

Comparison, teams

Or practice reading 4.4 ex 1, 4 and exam exercise

Or study words 4.1 till 4.4

Or Kahoot?