Les 2 Werkwoordspelling PVT

Taalverzorging
Werkwoordspelling
Persoonsvorm in de verleden tijd
Les 2
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Taalverzorging
Werkwoordspelling
Persoonsvorm in de verleden tijd
Les 2

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 
Aan het einde van de les:
Weet je (weer) hoe je werkwoorden in de verleden tijd schrijft;
Kun je een werkwoord in de verleden tijd vervoegen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
Zingen
Klappen
Lopen
Reizen
Fietsen
Kijken
Lezen
Spelen

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Hoe schrijf je het werkwoord in de vt?
'Toen ik je gisteren tegenkwam ... (groeten) jij mij niet.'

Slide 11 - Question ouverte

Wat is juist?
A
Ik beantwoorde jouw e-mail te laat.
B
Ik beantwoordde jouw e-mail te laat.

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Hoe schrijf je het werkwoord in de vt?
'Ik ... (beven) enorm toen ik zag wat er gebeurd was.'

Slide 14 - Question ouverte

Wat is juist?
A
Wij verbaasten ons er niet over.
B
Wij verbaasden ons er niet over.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Hoe schrijf je het werkwoord in de vt?
'Ik ... (recyclen) het lege flesje.'

Slide 17 - Question ouverte

Wat is juist?
A
Jeanne judode tijdens het evenement.
B
Jeanne judoode tijdens het evenement.

Slide 18 - Quiz

Aan de slag
Open je licentie Nu Nederlands.
Ga naar het onderdeel Taalverzorging, 2.2 Persoonsvorm in de verleden tijd.

Maak de volgende opdrachten:
  • Opdracht 1 t/m 3
  • Extra opdracht 1 t/m3



Slide 19 - Diapositive

Werkwoordspelling verleden tijd?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Slide 21 - Diapositive