fictie 3G blok 5 (deel 2)

Lesplanning

Instructie fictie (blok 5)
Zelfstandig werken

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lesplanning

Instructie fictie (blok 5)
Zelfstandig werken

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we leren vandaag?
  • Welke vertelperspectieven zijn er?
  • Hoe kun je een verhaal beginnen of eindigen?

Slide 2 - Diapositive

Een verhaal kijk of lees je door de ogen van iemand

- ik vertelperspectief
- hij/zij vertelperspectief
- alwetende verteller

Slide 3 - Diapositive

Vertelperspectief
  1. Ik-vertelperspectief: de gebeurtenissen worden verteld door een personage in de ik-vorm. Je leest de gevoelens/gedachten van de hoofdpersoon.
  2. Hij-/zij-vertelperspectief: de gebeurtenissen worden in hij- of zij-vorm verteld. Je beleeft de gebeurtenissen vanuit de hij-/zij-figuur 

Slide 4 - Diapositive

Vertelperspectief
3. Alwetende verteller: de alwetende verteller weet van alles over alle personages en gebeurtenissen. Soms heeft een alwetende verteller 'commentaar' op een verhaal.

Slide 5 - Diapositive

Wat kan een vertelperspectief met een verhaal doen?

Slide 6 - Question ouverte

Hoe zou je een verhaal kunnen beginnen?

Slide 7 - Question ouverte

Begin van een verhaal
Inleidend begin: als een schrijver een beeld van de personages en situatie beschrijft

Midden in de gebeurtenis: er is geen inleiding. Pas na een tijd krijg je aanwijzingen over de personages en situatie 

Slide 8 - Diapositive

Begin van een verhaal
Proloog: een apart hoofdstuk voorafgaand aan het eerste hoofdstuk. Vaak wordt iets verteld over het einde, maar pas aan het einde begrijp je wie de personages in de proloog zijn.

Slide 9 - Diapositive

Wat is het effect van een proloog?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen een gesloten en open einde in een verhaal?

Slide 11 - Question ouverte

Einde: open of gesloten
Een boek kan op twee manieren eindigen: een open of een gesloten einde.

Bij een gesloten einde is het verhaal afgerond. 
Bij een open einde is het verhaal niet afgerond en kan het verhaal verder gaan. Je weet niet hoe het verhaal afloopt. 

Slide 12 - Diapositive

Einde: epiloog

Een apart hoofdstuk na het laatste hoofdstuk. Een epiloog sluit vaak aan bij de proloog en geeft een terugblik op de gebeurtenissen.

Slide 13 - Diapositive

Wat ga je doen?

Maak opdracht: 4/5
Zelfstandig
Stilte (oortjes toegestaan)
Vragen? Steek je vinger op
Klaar? Lezen uit je leesboek 

Slide 14 - Diapositive