Media en Informatie

Media en Informatie
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Media en Informatie

Slide 1 - Diapositive

Oriëntatie
Als je iets niet weet, heb je het zo opgezocht op Google en het laatste nieuws bereikt jou direct via de nieuwsapp op je telefoon. Informatie vinden of verspreiden was nog nooit zo makkelijk. Naast voordelen brengt dit ook nieuwe uitdagingen met zich mee. Hoe weet je bijvoorbeeld of informatie betrouwbaar is en welke invloed hebben media op jouw wereldbeeld?

In deze taak leer je:
- welke rol media spelen bij de verspreiding van informatie;
- wat het belang van persvrijheid is;
- hoe media je beeld van de werkelijkheid kunnen beïnvloeden;
- wat nepnieuws is;
- hoe je kunt beoordelen of een bericht betrouwbaar is.

Slide 2 - Diapositive

Maak opdracht 1

Slide 3 - Diapositive

Media
Je ontvangt de hele dag door informatie. Bijvoorbeeld als je een praatje met iemand maakt, een appje krijgt of een nieuwsbericht leest. 
Veel van die informatie wordt via media verspreid. 
Media zijn middelen om een boodschap mee over te brengen, zoals websites, kranten, tijdschriften en televisieprogramma’s. 
Via media kunnen veel mensen tegelijk worden bereikt.

Slide 4 - Diapositive

Sociale Media
Via sociale media kun je zelf berichten versturen en reageren op anderen. 
Informatie kan zich zo razendsnel verspreiden. 
Bekende voorbeelden van sociale media zijn TikTok en YouTube.


Slide 5 - Diapositive

maak opdracht 2

Slide 6 - Diapositive

Nieuwsmedia
Bij de verspreiding van informatie over wat er in de wereld gebeurt, spelen nieuwsmedia een belangrijke rol. 
Voorbeelden van nieuwsmedia zijn de NOS, NU.nl en De Telegraaf. 
Nieuwsmedia houden je op de hoogte van gebeurtenissen via nieuwsuitzendingen, artikelen, liveblogs en apps.

Slide 7 - Diapositive

Journalisten
Bij nieuwsmedia werken journalisten. Journalisten verzamelen informatie en doen verslag van gebeurtenissen. 
Het is hun taak om mensen te informeren over nieuws en ontwikkelingen in de wereld. 
Ook kaarten ze problemen in de samenleving aan. 
Om een zo goed mogelijk beeld te geven van wat er gebeurt, moeten journalisten hun informatie controleren en verschillende kanten van een verhaal vertellen.

Slide 8 - Diapositive

maak opdracht 3

Slide 9 - Diapositive

Persvrijheid
In Nederland hebben journalisten persvrijheid. Dat betekent dat ze mogen zeggen en schrijven wat ze willen, zolang ze zich aan de wet houden. 
Persvrijheid zorgt ervoor dat journalisten hun werk kunnen doen. 
Niemand – dus ook de overheid niet – mag een journalist verbieden om bepaalde informatie te verspreiden.

Slide 10 - Diapositive

Censuur
In sommige landen is geen persvrijheid en is het verboden om bepaalde informatie te verspreiden. Er is dan sprake van censuur. 

Censuur komt vooral veel voor in dictaturen, zoals Noord-Korea en Eritrea.

De overheid past daar regelmatig censuur toe. In die landen mogen journalisten alleen informatie verspreiden waar de overheid het mee eens is.

Slide 11 - Diapositive

Bekijk het filmpje Persvrijheid
Maak opdracht 4 en 5

Slide 12 - Diapositive

Beeldvorming
De informatie die je in de media tegenkomt, heeft invloed op hoe je tegen de wereld aankijkt. 
Zie je in tijdschriften bijvoorbeeld altijd slanke mensen, dan kun je het idee krijgen dat iedereen er zo uit hoort te zien. 
Dat noem je beeldvorming: het vormen van een beeld van de werkelijkheid op basis van informatie en beelden uit de media.

Slide 13 - Diapositive

Selectie door nieuwsmedia
Nieuwsmedia spelen een belangrijke rol bij beeldvorming. 
Omdat het onmogelijk is om van álle gebeurtenissen verslag te doen, maken nieuwsmedia een selectie in de onderwerpen waarover ze berichten. 

Deze selectie heeft invloed op jouw beeld van de werkelijkheid. 
Als nieuwsmedia bijvoorbeeld veel berichten over terreuraanslagen in Frankrijk, kun je het idee krijgen dat Frankrijk een onveilig land is.

Slide 14 - Diapositive

Online (zoek)gedrag
Je beeld van de werkelijkheid wordt ook beïnvloed door je eigen online (zoek)gedrag. 
Doordat je op het internet bepaalde pagina’s bekijkt, berichten liket en zoektermen gebruikt, krijg je informatie en beelden te zien die zijn afgestemd op jouw interesses.

Slide 15 - Diapositive

maak opdracht 6

Slide 16 - Diapositive

Bekijk het filmpje Algoritmes
en maak opdracht 7

Slide 17 - Diapositive

Betrouwbaarheid van informatie
Niet alle informatie in de media is even betrouwbaar. Je kunt dus niet zomaar alle informatie in de media voor waar aannemen.


Sommige informatie is bijvoorbeeld eenzijdig. 
Een politicus deelt in verkiezingstijd waarschijnlijk vooral informatie die zijn standpunt ondersteunt. 
Ook reclames zijn voorbeelden van eenzijdige informatie: bedrijven noemen daarin vaak alleen de voordelen van een product.

Slide 18 - Diapositive

Nepnieuws
Er verschijnen in de media ook weleens berichten die verzonnen of misleidend zijn. 
Wanneer iemand onjuiste informatie verspreidt, spreek je van nepnieuws. 
Nepnieuws is vaak bedoeld om geld te verdienen aan advertenties. 

Mensen verspreiden soms ook nepnieuws om de mening van anderen te beïnvloeden. Bijvoorbeeld door onjuiste informatie te verspreiden over een politicus waar ze het niet mee eens zijn.

Slide 19 - Diapositive

Maak opdracht 8

Slide 20 - Diapositive

Bekijk het filmpje Informatie beoordelen
en maak opdracht 9

Slide 21 - Diapositive

Bekijk het filmpje Clickbait
en maak opdracht 10

Slide 22 - Diapositive