Herhalingsles Thema 2

Planning
Wat moet je leren van 2.1 t/m 2.5. 
Rekenvragen.
Vragen 2,1 tot en met 2,6.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens en NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Planning
Wat moet je leren van 2.1 t/m 2.5. 
Rekenvragen.
Vragen 2,1 tot en met 2,6.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grootheid
Afkorting
Eenheid
Afkorting
Snelheid
f
meter
m/s
T

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een meneer slaat 20 seconde op de trommel, hij slaat 30 keer. Wat is de trillingstijd?
Met een snelheid van 200 m/s raast het geluid door 26 meter. Bereken de afgelegde afstand. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk zintuig gebruik ik voor het waarnemen van licht?
A
Oog
B
Neus
C
Mond
D
Tong

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk zintuig gebruik ik voor het waarnemen van warmte?
A
Temperatuurzintuigen
B
Koud zintuig
C
Tastzintuig
D
Warmte zintuig

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem de onderdelen van het centrale zenuwstelsel.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De bel gaat, beschrijf stap voor stap wat er in je zenuwstelsel gebeurd.

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke plaats zul je geluid nooit kunnen waarnemen?
A
De ruimte
B
Mars
C
Onder water
D
Op een berg

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de gehoordrempel?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschermt het oog tegen vuil en te fel licht
Beschermt het oog tegen uitdroging
Verspreidt traanvocht over het oog
Zorgt ervoor dat zweet langs het oog loopt
Produceert traanvocht
Ooglid
Traanklier
Traanvocht
Wenkbrauw
Wimper

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Traanbuis
Ooglid
Traanklier
Wimpers
Wenkbrauw

Slide 12 - Question de remorquage

1= Wenkbrauw
2= Traankllier
3= Ooglid
4= Traanbuis
5= Wimpers
Zorg dat de juiste onderdelen van de binnenkant van het oog op de juiste plek komen te staan.
Bovenste ooglid: beschermt het oog tegen uitdroging, fel licht en voorwerpen die niet in het oog horen.
Oogwit: ookwel het harde oogrok genoemd, biedt stevigheid aan het oog.
Pupil: kan groter en kleiner worden door spiertjes in de iris. Hierdoor wordt de hoeveelheid licht die het oog binnenkomt geregeld.
Wimpers: zorgen ervoor dat stofdeeltjes niet je ogen in komen.
Onderste ooglid: beschermt het oog tegen uitdroging, fel licht en voorwerpen die niet in het oog horen.
Traanbuis: deze buis voert het traanvocht af naar de neusholte.
Harde oogvlies: is het witte gedeelte dat het oog omvat. Het geeft bescherming. Aan de voorkant van het oog is het harde oogvlies doorzichtig, dat noem je het hoornvlies.
Iris: door pigment wordt de kleur van de iris bepaald. Ook zorgen de spiertjes van de iris dat de pupil groter en kleiner kan worden.
Iris: door pigment wordt de kleur van de iris bepaald. Ook zorgen de spiertjes van de iris dat de pupil groter en kleiner kan worden.
Iris: door pigment wordt de kleur van de iris bepaald. Ook zorgen de spiertjes van de iris dat de pupil groter en kleiner kan worden.
Iris: door pigment wordt de kleur van de iris bepaald. Ook zorgen de spiertjes van de iris dat de pupil groter en kleiner kan worden.
Iris: door pigment wordt de kleur van de iris bepaald. Ook zorgen de spiertjes van de iris dat de pupil groter en kleiner kan worden.

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de pupilreflex?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen verbaal en non-verbale communicatie?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er in de grote hersenen?
A
Zorgt voor de coördinatie van de spieren
B
Zorgt voor de ademhaling en de hartslag
C
Zorg voor gevoelens geheugen en het waarnemen van prikkels

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit wat geheugenspoor is.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions