Verbos reflexivos

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Hoe herken je een wederkerend werkwoord in het Spaans?

VERBOS REFLEXIVOS

Wederkerende werkwoorden eindigen altijd op -se

Om ze te vervoegen haal je -se eraf en dan hou je een werkwoord over dat eindigt op -ar/-er of -ir

bijvoorbeeld: lavarse = zich wassen

Verbos reflexivos

A. Verbind de voornaamwoorden met de juiste personen. 

B. Maak het schema compleet. 

Verbos reflexivos: regulares

1. ducharse (douchen)
2. levantarse (opstaan)
3. lavarse (zich wassen)
4. afeitarse (zich scheren)
5. quedarse (blijven/verblijven)
6. bañarse (baden - ook in zee of in een zwembad: voorbeeld: Yo me baño en el mar). 

Verbos reflexivos: irregulares

1. sentarse (ie): zitten
2. acostarse (ue): naar bed gaan
3. vestirse (i): zich aankleden
4. despertarse (ie): wakker worden
5. ponerse (onregelmatige eerste persoon PONGO, daarna regelmatig: aantrekken 

Rellena con la forma correcta

1. Nosotros _________________(levantarse) a las siete y cuarto.

2. Yo siempre __________________(ducharse) a las siete y media.

3. ¿Cómo ____________________(llamarse) vosotros?

4. ¿A qué hora _____________________(despertarse) José?

5. Antes de comer ____________________(lavarse, tú) las manos.

6. Yo __________________(vestirse) para la fiesta.

7. Ese señor de ahí ____________________(llamarse) señor Lopez.

8. En las vacaciones de navidad mis padres ____________________(quedarse) en casa

Let op: sommige werkwoorden hebben ook nog een klinkerwisseling!

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in. 

Maak de vragen compleet.

Geef antwoord op de vragen van de vorige oefening. 

Verbind iedere vraag met twee mogelijke antwoorden. Vul het schema in.