,

Paragraaf 6 Prinsjesdag


PRINSJESDAG
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


PRINSJESDAG

Slide 1 - Diapositive

Prinsjesdag

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat is de troonrede?
A
Plannen van de regering voor het komende jaar
B
Evalueren van het afgelopen jaar
C
Een gedicht van de koning
D
De eerste en tweede kamer

Slide 4 - Quiz

Door wie wordt de troonrede voorgelezen?
A
Burgemeester van Den Haag
B
Koning
C
Minister van Financieën
D
Minister President

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Prinsjesdag
  • 3e dinsdag van september
  • De rijksbegroting = een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk
  • de miljoenennota = de toelichting op de rijksbegroting

Slide 7 - Diapositive

Wanneer is Prinsjesdag?
A
eerste dinsdag september
B
tweede dinsdag september
C
derde dinsdag september
D
vierde dinsdag september

Slide 8 - Quiz

Rijksbegroting en miljoenennota
De rijksbegroting is een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven vor het komend jaar. 

De miljoenennota is een toelichting op de rijksbegroting door de minister van Financiën. 

Slide 9 - Diapositive

parlement kan rijksbegroting afkeuren

Slide 10 - Diapositive

Wat zit er in het koffertje?
A
Algemene beschouwingen
B
Miljoenennota & Rijksbegroting
C
Miljoenennota & Troonrede
D
Rijksbegroting & Troonrede

Slide 11 - Quiz


 Na Prinsjesdag wordt in de Tweede Kamer gedebatteerd over de begroting. Hoe heet dit debat?
A
Politieke Beschouwingen
B
Financiële Beschouwingen
C
Algemene Beschouwingen
D
Parlementaire Beschouwingen

Slide 12 - Quiz

De rijksbegroting is een overzicht van:
A
alle verwachte inkomsten en uitgaven
B
alle verwachte begrotingen in een land
C
alle begrotingen van alle ministers
D
de staatsschuld

Slide 13 - Quiz

De miljoenennota is een:
A
uitkering
B
toelichting op de financiële begroting
C
toelichting op de rijksbegroting
D
een briefje van 1 miljoen

Slide 14 - Quiz

Wat is het parlement?
A
eerste kamer
B
tweede kamer
C
eerste en tweede kamer samen
D
derde kamer

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

Subsidie en accijns
  • Wil je iets stimuleren? -> subsidie
  • Wil je iets afremmen? -> accijns 


Slide 17 - Diapositive

Accijns
Accijns is een belasting op bepaalde producten met als doel de prijs te verhogen. Hierdoor wordt het gebruik verminderd. 

  • Alcohol
  • Benzine
  • Tabak

Slide 18 - Diapositive

Wat zijn accijns?
A
extra kosten op voedsel
B
belasting voor kleding
C
geld wat terug kan krijgen
D
extra belasting op tabak, drank en benzine

Slide 19 - Quiz

Positief voor de consoment
Negatief voor de consument
Subsidies 
btw 
accijnzen

Slide 20 - Question de remorquage


Wat zijn subsidies?
A
vernieuwen van producten
B
financiële bijdrage van overheid
C
financiële bijdrage van bedrijven
D
het weggooien van producten

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Vidéo

Staatsschuld
  • een begrotingstekort - toename staatsschuld
  • een begrotingsoverschot- afname staatschuld

Slide 23 - Diapositive

= Staatsschuld

Slide 24 - Diapositive

Begrotingstekort & -overschot
  • Begrotingstekort = uitgaven > inkomsten
  • Geld lenen
  • Bezuinigen
  • Belastingen verhogen
  • Begrotingsoverschot = inkomsten > uitgaven
  • Schuld aflossen
  • Meer uitgeven

Slide 25 - Diapositive

Wat is een staatsschuld?
A
Het totaal van de export die een land heeft gemaakt
B
Het totaal van de import die een land heeft gemaakt
C
Het totaal van de schulden die een land heeft gemaakt.
D
Een deel van de schulden die een land heeft gemaakt.

Slide 26 - Quiz

Wanneer de overheid aflost op de staatsschuld. Wat voor gevolgen heeft dat op de rentekosten op de staatsschuld
A
Deze worden hoger
B
Deze blijven gelijk
C
Deze worden lager

Slide 27 - Quiz

Wat is een begrotingstekort
A
inkomsten zijn gelijk aan uitgaven
B
inkomsten zijn groter dan uitgaven
C
uitgaven zijn groter dan inkomsten
D
mogelijkheden om je inkomsten te besteden

Slide 28 - Quiz