Meer dan lezen par. 4, les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Programma lesuur 1

1) Huiswerk af?/ Evalutie filmpjes ingeleverd?

2) Theorie Meer dan lezen paragraaf 4

3) Opdrachten maken en bespreken/boekentoets inzien

Lesdoelen

Je leert feiten, meningen en argumenten onderscheiden in de tekst.

Theorie

Een feit is iet waarvan je kunt controleren of het waar is.

Een mening of standpunt is wat iemand van iets vindt. Je kunt het ermee eens on oneens zijn. Signaalwoorden: ik vind, ik ben van mening, volgens mij, mijns inziens, daarom, dus, dan ook, er moet, er zou moeten...

Een argument geeft aan waarom iemand iets vindt. Signaalwoorden: want, omdat, immers, namelijk.

feit of mening?

A) Leerlingen moeten hun smartphone thuis laten.

B) De prestaties van Nederlandse schoolkinderen zijn de laatste vijftien jaar hard teruggelopen.

C) De leesvaardigheid is in Nederland teruggezakt tot onder het OESO-gemiddelde.

D) Leerlingen moeten meer uren onderwijs op school krijgen.

Wat is hieronder een argument en wat is het standpunt/mening?

A) Smartphones moeten helemaal verboden worden op school.

B) Jongeren kunnen worden tijdens de lesdag te vaak afgeleid waardoor ze de focus missen om echt te leren.

Maak

Opdracht 1 vraag 3 t/m 10 op blz 25-26.

Ben je klaar, ga dan verder met opdracht 2.

(Je kunt ondertussen ook je boekentoets inzien).

Programma lesuur 2

1) opdracht bespreken

3) Fragment kijken en opdracht maken

We bespreken opdracht 1

Wie heeft van de serie van Frans Bauer 'Leven zonder letters' gehoord?

We kijken hierna een fragment over laaggeletterdheid.

(Let vooral op de mening en de argumenten in dit fragment!)

apps.noordhoff.nl

Maak nu eerst opdracht 2 af

en maak daarna opdracht 4.

Als je helemaal klaar bent, dan krijg je een extra oefening van de docent.

Werk in tweetallen

Maak 6 zinnen.

Laat in elke zin een van de 6 tekstverbanden uit paragraaf 3 terugkomen, waarbij je ook steeds een signaalwoord gebruikt.

Het verband moet duidelijk uit de zinnen naar voren komen.

Bijv. toegevend verband: Hoewel ik ziek was, ben ik gaan werken.

Denk eraan dat je vandaag je evaluatieformulier van je Media/Fictie nog inlevert in Magister!!!!