formuleren en spelling hoofdstuk 3 klas 1

• Middelbare school

Signaalwoorden

en tekstverbanden

Tekstverbanden; doelen

Welke verbandenmoet ik kennen?

* opsomming

* tegenstelling

* tijd (chronologie)

* oorzaak - gevolg

*reden

*toelichting (voorbeeld)

*conclusie/samenvatting

*voorwaarde

Genzen

Vroeger

Nu, ooit, later, voordat, nadat, toen, eens, eerst, daarna...

Ja, ook alle signaalwoorden!

Wat nog meer?

meervoud!

een muis, twee......

Muizenplaag

Muizenplagen zijn een ander groot probleem.

De muizen eten het hooi en graan op van de boeren. 

Goede meervouden

Foute meervouden

zeeën

ponys

babies

perziken

boefen

boefjes

Het meervoud van idee
is....

1. ideetjes
2. ideen
3. ideeën
4. ideën

Welke vorm is niet goed?

1. data
2. data's
3. datums
4. allemaal goede meervouden van datum

Meervouden? Welk zijn goed?

1. Olieën, Sleeën Wolven
2. Oliën Sleën Wolven
3. Oliën Sleeën Wolven
4. Oliën Sleeën Wolfen

Welke meervouden zijn goed?

1. Vleermuisen, golven, appelbolen
2. Vleermuizen, golfen, appelbollen
3. Vleermuizen, golfen, appelbolen
4. Vleermuizen, golven, appelbollen

Maak nu de opdrachten van FORMULEREN EN SPELLING van hoofdstuk 3.