- Tijdens de wandeling kies je
twee punten uit, waarop iets bijzonders te zien is. Beschrijf deze dingen in ongeveer vijf zinnen per ding en maak een foto van dit ding.
- Kies ook twee plekken uit waar je een bepaalde oefening/spelletje kan doen. Geef op je routekaart aan waar dit punt is en beschrijf jouw spelletje in ongeveer vijf zinnen per spelletje. Voeg ook een foto toe van de plek.