NT2 groep F 14 april

• NT2
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

de ademhaling 

het evenwicht 

het gevolg 

ondertussen 

de presentator 

verminderen 

volhouden 

zakken 

buigen 

gespannen zijn (voor) 

leunen op 

het lijf 

linker- 

naar voren 

omhoog 

optillen 

rechtop 

strekken 

voordoen 

zo ver als je kunt 

 

Ik...…………... mijn dieet lang …………....

1. volharden
2. volhouden
3. ombuigen
4. tegenhouden

Ik ben ………………….. voor de wedstrijd

1. angst
2. onzekerheid
3. gespannen
4. tevreden

Ik ………... met mijn hand op de tafel.

1. zak
2. plak
3. zitten
4. leun

Ik ………. mijn tas ………….

1. opdragen
2. optillen
3. opstellen
4. opdringen

Ik doe de ……………………. voor.

1. oefening
2. bewegen
3. drukken
4. strekken

In welke zin is plakken NIET goed gebruikt?

1. Laat je handen zakken!
2. Hij zakt zijn handen op de stoel.
3. De prijs van de bloemen is gezakt.
4. Hij is door de stoel gezakt.

In welke zin is verminderd NIET goed gebruikt?

1. De pijn is verminderd. .
2. Hij vermindert elk jaar twee kilo.
3. De jeuk op mijn arm is verminderd
4. We zijn verminderd, omdat we een afspraak in het ziekenhuis hebben.

In welke zin is ademhaling NIET goed gebruikt?

1. Zijn ademhaling gaat zwaar.
2. Heeft hij al voor die nieuwe ademhaling betaald?
3. Wat gaat jouw ademhaling snel!
4. We willen allemaal een nieuwe ademhaling.

In welke zin is ondertussen GOED gebruikt?

1. Als ik stofzuig, kun jij dan ondertussen de was doen?
2. Hij is ondertussen gescheiden.
3. Hij heeft ondertussen ons gewoond.
4. Het is ondertussen donker geworden.