Vragen cursus 8 en 9 LL

Goedemorgen, welkom!
Vandaag: oefenen voor het tentamen van maandag
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen, welkom!
Vandaag: oefenen voor het tentamen van maandag

Slide 1 - Diapositive

In deze LU komen vragen voorbij die je op het TT kunt verwachten. Hiermee kun je dus checken of je voldoende voorbereid bent.

Slide 2 - Diapositive

Cursus 8

Slide 3 - Diapositive

Leg uit welke invloed de boekdrukkunst heeft gehad.

Slide 4 - Question ouverte

Wat was vooral het doel dat schrijvers in de middeleeuwen met hun teksten hadden?

Slide 5 - Question ouverte

Leg uit waarom binnen de voorleescultuur de teksten op rijm werden geschreven.

Slide 6 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van een ridderroman.

Slide 7 - Question ouverte

Voor welk publiek werden ridderromans vooral geschreven?

Slide 8 - Question ouverte

Welke drie doelen had de ridderroman?

Slide 9 - Question ouverte

Wat zijn de hoofdpersonen in ridderromans vaak?

Slide 10 - Question ouverte

Leg in het kort uit waar Karel ende Elegast over gaat.

Slide 11 - Question ouverte

Leg in het kort uit waar Van den vos Reynaerde over gaat.

Slide 12 - Question ouverte

Wat voor soort verhaal is Van den vos Reynaerde?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is een parodie?

Slide 14 - Question ouverte

Welke tekstsoorten functioneerden na de middeleeuwen nog steeds als serieuze literatuur?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is een abel spel?

Slide 16 - Question ouverte

Leg uit wat rederijkers zijn en welke rol zij speelden in de maatschappij.

Slide 17 - Question ouverte

Noem de drie fasen in de toneelontwikkelingen in Amsterdam die na de middeleeuwen plaats vonden.

Slide 18 - Question ouverte

Waarop lag de nadruk in het Renaissancetoneel?

Slide 19 - Question ouverte

Leg uit wat een tragedie inhoudt.

Slide 20 - Question ouverte

Noem een tragedieschrijver en een werk van hem.

Slide 21 - Question ouverte

Leg uit wat komisch toneel inhoudt.

Slide 22 - Question ouverte

Cursus 9

Slide 23 - Diapositive

Voor welk publiek was literatuur in de achttiende eeuw?

Slide 24 - Question ouverte

Wat was het doel van literatuur in de achttiende eeuw?

Slide 25 - Question ouverte

Leg uit wie Hieronijmus van Alphen was.

Slide 26 - Question ouverte

Wat waren belangrijke onderwerpen in de gedichten van H. van Alphen?

Slide 27 - Question ouverte

Wanneer kwam de roman tot ontwikkeling en waarom was de roman interessant?

Slide 28 - Question ouverte

Wat was de eerste Nederlandse roman en wat voor roman was dit?

Slide 29 - Question ouverte

Noem de kenmerken van Romantische literatuur.

Slide 30 - Question ouverte

Leg uit wat een historische roman is en hoe deze tot ontwikkeling kwam.

Slide 31 - Question ouverte

Welke onderwerpen waren belangrijk in de Romantische literatuur?

Slide 32 - Question ouverte

Vertel over de personages in Romantische literatuur.

Slide 33 - Question ouverte

Geef een korte samenvatting van Max Havelaar.

Slide 34 - Question ouverte

Wat is engagement?

Slide 35 - Question ouverte

Leg zo volledig mogelijk uit wat de Beweging van Tachtig inhield.

Slide 36 - Question ouverte

Waarop richtte het Realisme zich?

Slide 37 - Question ouverte

Leg uit wat het Naturalisme inhoudt. Gebruik hierbij de termen objectief en determinisme.

Slide 38 - Question ouverte

Let op! Alleen deze vragen leren, is niet genoeg. 

Bestudeer: 
blz. 76-86 globaal
blz. 87-94 zorgvuldig
blz. 95-104 globaal
blz. 105-109 zorgvuldig

Ook krijg je teksten met vragen erbij, zoals we hebben geoefend.

Slide 39 - Diapositive