Week7; Oncologie - Behandeling van kanker

Oncologie
 Behandeling van kanker
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Oncologie
 Behandeling van kanker

Slide 1 - Diapositive

Deze les
13 uur; korte Terugblik vorige les
13.05 uur; theorie kanker


Slide 2 - Diapositive

Malmberg Take Care
Anatomie/fysiologie/pathologie
Deel A en B

Slide 3 - Diapositive

Wat is een van de belangrijkste oorzaken die tot kanker kunnen leiden?
A
Onvoldoende lichaamsbeweging
B
Hoge consumptie van suikerrijke dranken
C
Blootstelling aan tabaksrook
D
Regelmatig gebruik van elektronische apparaten

Slide 4 - Quiz

Meest voorkomende kankersoorten nederland
1.Huidkanker: Dit is de meest voorkomende kankersoort, vooral basocellulair carcinoom en plaveiselcelcarcinoom.
2.Borstkanker: Dit is de meest voorkomende kanker bij vrouwen.
3.Longkanker: Dit komt zowel bij mannen als vrouwen voor en is een van de dodelijkste kankersoorten.
4.Darmkanker: Dit omvat zowel dikkedarm- als endeldarmkanker en is ook een veelvoorkomende soort.
5.Prostaatkanker: Dit is de meest voorkomende kanker bij mannen.
6.Non-Hodgkin-lymfoom: Dit is een type lymfeklierkanker dat relatief vaak voorkomt.
7.Alvleesklierkanker: Dit type kanker heeft vaak een slechte prognose en komt minder vaak voor, maar is zeer agressief.

Slide 5 - Diapositive

TNM-classificatie

Slide 6 - Diapositive

Welke symptomen geven reden toto onderzoek naar kanker ?
1.Onverklaarbaar gewichtsverlies: Plotseling en zonder duidelijke reden afvallen.
2.Vermoeidheid: Aanhoudende vermoeidheid die niet verbetert met rust.
3.Pijn: Onverklaarbare of aanhoudende pijn, vooral als deze niet reageert op behandeling.
4.Veranderingen in de huid: Ongewone moedervlekken of veranderingen in de huid, zoals een wond die niet geneest.
5.Veranderingen in de stoelgang of urineren: Aanhoudende diarree of constipatie, of veranderingen in de frequentie of het uiterlijk van urine.
6.Bloedingen: Ongewone bloedingen of afscheiding, zoals bloed in de ontlasting of urine.
7.Bobbels of zwellingen: Onverklaarbare knobbels of zwellingen in het lichaam, vooral in de borst, buik of lymfeklieren.
8.Verlies van eetlust: Aanhoudend gebrek aan zin om te eten of een veranderde smaak.

Slide 7 - Diapositive

Wat is de term voor het proces waarbij kankercellen zich van de oorspronkelijke tumor losmaken en zich verspreiden naar andere delen van het lichaam?
A
Angiogenese
B
Apoptose
C
Hyperplasie
D
Metastasering

Slide 8 - Quiz

Welke van de volgende beeldvormingstechnieken wordt vaak gebruikt om tumoren in het lichaam te detecteren?
A
Computertomografie (CT-scan)
B
Elektrocardiografie (ECG)
C
Elektro-encefalografie (EEG)
D
Spirometrie

Slide 9 - Quiz

Wat is de naam van de procedure waarbij een klein stukje weefsel wordt verwijderd voor microscopisch onderzoek om kanker te diagnosticeren?
A
Biopsie
B
DNA-onderzoek
C
Punctie
D
Schildwachtklierprocedure

Slide 10 - Quiz

Behandeling van kanker
De behandeling hangt af van de aard van de tumor en het stadium waarin de ziekte zich bevindt. Er zijn verschillende manieren van behandelen, zoals: 
  • een operatie
  • bestraling
  • chemotherapie
  • immunotherapie
  • doelgerichte therapie
  • hormonale therapie

Vaak krijgt iemand een combinatie van deze behandelingen.

Slide 11 - Diapositive

Opereren
Curatieve operatie
Palliatieve operatie

Operatiedoelen:
  • iemand genezen
  • iemand langer laten leven met kanker (soms zelfs nog jaren)
  • klachten verminderen of voorkomen

Slide 12 - Diapositive

Enkele soorten chirurgie
Blaasca
Uterusca
Maagca
Darmca
Longca

Slide 13 - Diapositive

Curatieve operatie
Locatie
Doorgroei omliggende weefsels
Snijvlakken!
Eventueel pathologisch onderzoek tijdens de operatie
Regionale lymfeklieren

Slide 14 - Diapositive

Palliatieve operatie
Klachten/complicaties door de tumor
Oesophagus
Darmen (stoma)

Slide 15 - Diapositive

Bestraling / Radiotherapie
De behandeling van kanker met straling. Het doel van bestraling is om kankercellen te doden en daarbij gezonde cellen zoveel mogelijk te sparen. 

Curatieve en palliatieve bestraling

Slide 16 - Diapositive

Uitwendige bestraling
Straling komt van buitenaf, met een speciaal 
bestralingstoestel. De bestraling duurt een 
aantal minuten per keer.
Dosering
Duur behandeling varieert. 
Meestal tussen 2 en 7 weken, met 4 of 5 bestralingssessies per week. Soms zijn 1 of enkele bestralingssessie(s) al voldoende. 
Effect


Slide 17 - Diapositive

Radiotherapie in beeld

Slide 18 - Diapositive

Welke aandachtspunten voor jouw zorg verwacht je bij een zorgvrager die bestraald wordt?

Slide 19 - Question ouverte

Inwendige bestraling (brachytherapie)
Bij inwendige bestraling krijg je bestraling tegen kanker van binnenuit. De bestralingsarts plaatst radioactief materiaal in je lichaam, dichtbij of in de tumor. Dit radioactieve materiaal geeft straling af.
Dosering
Risico gezonde weefsels
Duur kan verschillen van 10 tot 20 minuten tot een paar dagen.
Speciale kamer
Camera
Tijdschema

Permanente inwendige bestraling: jodiumzaadjes bij prostaatkanker

Slide 20 - Diapositive

Brachytherapie in beeld

Slide 21 - Diapositive

Chemotherapie
Curatief
Palliatief

Middel
Werking
Toedieningsvormen
Bijwerkingen (volgende dia)

Slide 22 - Diapositive

Bijwerkingen van chemotherapie
  • vermoeidheid
  • minder goede conditie
  • misselijkheid en overgeven
  • haaruitval
  • tijdelijk tekort aan rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes
  • diarree
  • verstopping van de darmen
  • problemen met mond, keel en tandvlees
  • verandering in gewicht: aankomen of juist afvallen
  • veranderingen in de menstruatie
  • veranderingen in reuk en smaak
  • neuropathie
  • (oorsuizen/pieptoon)

Slide 23 - Diapositive

Bij welke klachten moet een zorgvrager de arts/verpleegkundige van de afdeling oncologie (meteen) waarschuwen?

Slide 24 - Question ouverte

Antwoord
  • bij koorts: temperatuur hoger dan 38,5 °C.
  • bij blauwe plekken die spontaan ontstaan
  • bij een wondje dat langer dan een half uur blijft bloeden. Bijvoorbeeld een bloedneus die niet stopt.

Slide 25 - Diapositive

Vermoeidheid bij kanker
Bouw conditie op
Stel grenzen
Zoek balans en afwisseling

Slide 26 - Diapositive

Veilig werken met cytostatica
Toedieningsvorm
Excreta
     Intimiteit en seksualiteit

Slide 27 - Diapositive

Immunotherapie
NOS Nieuws
Maandag 1 oktober 2018, 11:36

Nobelprijs Geneeskunde voor 'mijlpaal in strijd tegen kanker'
De Nobelprijs voor de Geneeskunde 2018 is toegekend aan de Amerikaan James P. Allison en de Japanner Tasuku Honjo voor de ontwikkeling van speciale therapieën voor de behandeling van kanker.

Slide 28 - Diapositive

Immuuntherapie
O.b.v. het principe van 'normale afweer'
Kankercellen lijken nog een beetje op normale cellen waardoor het afweersysteem ze niet altijd opmerkt. 
Kankercellen kunnen het afweersysteem saboteren zodat het niet in actie komt.

Immunotherapie is een behandeling die het afweersysteem helpt om kankercellen te herkennen, aan te vallen en op te ruimen. 
De behandeling werkt niet bij elke soort kanker.

Slide 29 - Diapositive

Bijwerkingen immuuntherapie
Niet zoals bij andere behandelingen > chemotherapie en bestraling werkt ook direct op gezonde cellen, terwijl immuuntherapie een meer indirecte werking heeft.

De meeste bijwerkingen ontstaan omdat de behandeling je hele immuunsysteem actiever maakt. Zo worden bijvoorbeeld ook immuuncellen actief in je darmen, je lever of je huid. Dan reageert je huid alsof er een ontsteking is.

De bijwerkingen kunnen door het hele lichaam zijn, zoals een 
grieperig gevoel. Of de bijwerkingen zijn plaatselijk, zoals 
huiduitslag.

Slide 30 - Diapositive

Targeted therapy (doelgerichte therapie)

Slide 31 - Diapositive

Hormoontherapie
Medicijnen die de aanmaak van hormonen beperken, of hun invloed verminderen.


Slide 32 - Diapositive

Om welke hormonen denk je dat het gaat bij hormoontherapie? Welke soort(en) kanker hoort/horen daarbij?

Slide 33 - Question ouverte

Hormoontherapie
Hormoongevoelige tumor > groeit onder invloed van hormonen, bijvoorbeeld oestrogeen (bij vrouwen) of testosteron (bij mannen).


Vóór de operatie > tumor kleiner maken.
Na bestraling of na een operatie > kans op recidief verkleinen. 
Palliatief om de groei van de kanker tijdelijk te remmen en/of klachten te verminderen.

Meestal met tabletten, soms met injecties.

Anti-hormonale therapie kan een behandeling zijn bij borstkanker, prostaatkanker, en soms ook bij baarmoederkanker en eierstokkanker. 


Slide 34 - Diapositive

Bijwerkingen hormoontherapie
Vervroegde overgang
Onvruchtbaarheid
Botontkalking
Seksuele problemen
Gewichtstoename
Somberheid en depressie

Opaatje

Slide 35 - Diapositive

Wat is het doel van chemotherapie bij de behandeling van kanker?
A
Het verhogen van de bloeddruk
B
Het versterken van het immuunsysteem
C
Het vernietigen van snelgroeiende kankercellen
D
Het verlagen van cholesterol

Slide 36 - Quiz

Welke van de volgende behandelingen maakt gebruik van hoge doses straling om kankercellen te doden of te verkleinen?
A
Immunotherapie
B
Radiotherapie
C
Hormoontherapie
D
Chirurgie

Slide 37 - Quiz

Welke therapie maakt gebruik van het eigen immuunsysteem van de patiënt om kankercellen aan te vallen?
A
Chemotherapie
B
Targeted therapy (gerichte therapie)
C
Hormoontherapie
D
Immunotherapie

Slide 38 - Quiz

Wat is een mogelijke bijwerking van hormoontherapie bij de behandeling van bepaalde soorten kanker, zoals borstkanker en prostaatkanker?
A
Veranderingen in seksuele functie en libido
B
Verhoogde spiermassa
C
Gewichtsverlies
D
Verbeterde eetlust

Slide 39 - Quiz

Wat is het belangrijkste kenmerk van gerichte therapie (targeted therapy) bij de behandeling van kanker?
A
Het richt zich specifiek op moleculaire en genetische kenmerken van kankercellen
B
Het doodt alleen gezonde cellen
C
Het gebruikt radioactieve stoffen om kankercellen te vernietigen
D
Het versterkt de chemotherapie-effecten

Slide 40 - Quiz

Volgende week
Zorg op maat
De stervensfase

Slide 41 - Diapositive