Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Een advocaat levert?
A
Een luxe goed
B
Primair goed
C
Dienst
D
Consumptie goed
Slide 1 - Quiz
Een consument:
A
Verkoopt producten
B
Levert goederen
C
Produceert goederen
D
Koopt producten
Slide 2 - Quiz
VRAAGLIJN
Hoe hoger de prijs....
A
hoe hoger de vraag
B
hoe lager de vraag
C
prijs heeft geen invloed
Slide 3 - Quiz
AANBODLIJN: Deze geeft de leveringsbereidheid weer van aanbieders op de markt.
A
Ja
B
Nee
C
D
Slide 4 - Quiz
Marktplaats.nl. Dat is een:
A
Diensten markt
B
Abstracte markt
C
Online markt
D
Concrete markt
Slide 5 - Quiz
MARKTEVENWICHT
A
daar kruisen vraag- en aanbod lijn
B
prijs die een consument wil betalen
C
levert een producent de optimale Qa
D
betaalt de consument de optimale Prijs
Slide 6 - Quiz
Wat kan je zeggen over INVESTEREN?
A
dat doe je uitsluitend in luxe goederen
B
aankoop van goederen door een bedrijf
C
is altijd rendabel op een abstracte markt
D
doe je op een concrete markt
Slide 7 - Quiz
Op de markt voor kopieermachines zijn vraag en aanbod als volgt: Qv = -2P + 10 Qa = 3P – 5 Q de hoeveelheid (× 1.000) en P de prijs in euro’s (× 1.000) weergeven. Bereken de evenwichtsprijs.
A
€3,-
B
€3000.-
C
€15,-
D
€15000,-
Slide 8 - Quiz
Op de markt voor kopieermachines zijn vraag en aanbod als volgt: Qv = -2P + 10 Qa = 3P – 5 Q de hoeveelheid (× 1.000) en P de prijs in euro’s (× 1.000) weergeven. Bereken de omzet bij marktevenwicht.
A
€ 3 miljoen
B
€ 8 miljoen
C
€ 12 miljoen
D
€ 50 miljoen
Slide 9 - Quiz
Welke bewering is juist of onjuist? I. Er is sprake van een positief verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid. II. De betalingsbereidheid is de minimale prijs die aanbieders voor hun product vragen.
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering I is juist en bewering II is onjuist
D
Bewering I is onjuist bewering II is juist
Slide 10 - Quiz
Welke bewering is juist of onjuist? I. De evenwichtshoeveelheid is de aangeboden en gevraagde hoeveelheid bij de betalingsbereidheid II. Consumeren is het kopen van goederen en of diensten
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering I is juist en bewering II is onjuist
D
Bewering I is onjuist bewering II is juist
Slide 11 - Quiz
Welke bewering is juist of onjuist? I. Door verhoging van de benzineprijzen zal de aanbodlijn van elektrische auto’s naar links verschuiven. II. Door de strenge winter zal de vraag naar energie naar rechts verschuiven.