PTA 3.4 Lezen: Hoofdstuk 2 lezen Tekstdoel en publiek (editie 6)

Welkom bij Nederlands
Hoofdstuk 2: Lezen
Tekstdoel en publiek

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands
Hoofdstuk 2: Lezen
Tekstdoel en publiek

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Hoofdstuk 2 Lezen: Tekstdoel en publiek

  1. Theorie Hoofdstuk 2 Lezen: Tekstdoel en publiek
  2. Zelfstandig aan de slag


Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van de les:

  • kun je bepalen wat het tekstdoel is
  • kun je van een tekst benoemen voor welk publiek deze bedoeld is

Slide 3 - Diapositive

Lezen: Tekstdoel en publiek

Slide 4 - Diapositive

Tekstdoelen

Slide 5 - Diapositive

Publiek

Het publiek: de groep voor wie hij schrijft

Hieraan kun je zien voor wie de tekst bedoeld is:
  • Aan het onderwerp, 
  • de bron, 
  • de lay-out,
  • het taalgebruik 























Slide 6 - Diapositive

Samen oefenen


Opdracht 1 blz 39

Slide 7 - Diapositive

Samen oefenen: nakijken 
Opdracht 1:
  • 1 Vans Vans Vans pimpen
  • 2 advertentie artikel instructie
  • 3 ja nee nee
  • 4 met veel afwisseling rustig rustig
  • 5 gewoon moeilijk (ook goed: gewoon) eenvoudig
  • 6 iedereen die Vans wil iedereen die benieuwd is naar het ontstaan van Vans jongeren die hun Vans willen pimpen
  • 7 overhalen informeren instrueren

Slide 8 - Diapositive

Zelfstandig aan het werk 
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig Hoofdstuk 2: Lezen, Tekstdoel en publiek opdracht 2 en 4 in je boek, vanaf blz 38


Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 20 minuten de tijd.
Klaar? 
Lezen in je leesboek/tijdschrift.



timer
20:00

Slide 9 - Diapositive

Nakijken
Opdracht 2

Slide 10 - Diapositive

Nakijken
Opdracht 4

Slide 11 - Diapositive

Nakijken
Opdracht 4
  •  

Slide 12 - Diapositive

Afsluiten:
Nu:

  • kun je bepalen wat het tekstdoel is √
  • kun je van een tekst benoemen voor welk publiek deze bedoeld is √

Slide 13 - Diapositive