Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Kapitel 4 Grammatik ; Modalverben, Präpositionen
Kapitel 4 Grammatik ; Modalverben, Präpositionen
1 / 26
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Kapitel 4 Grammatik ; Modalverben, Präpositionen
Slide 1 - Diapositive
können
mögen
müssen
sollen
wollen
wissen
dürfen
mogen, toestemming hebben
weten
kunnen
aardig vinden
lusten
leuk vinden
willen
moeten
( wil ander)
moeten
( noodzaak)
moeten
( mening vragen)
Slide 2 - Question de remorquage
Die Straße ______ abgesperrt werden.
moet
Slide 3 - Question ouverte
_____ ich das sofort bezahlen?
Moet
Slide 4 - Question ouverte
Du ______ den Mund halten!
moet
Slide 5 - Question ouverte
_______ man hier rauchen?
Mag
Slide 6 - Question ouverte
Vervoeging Präsens Modalverben
Wat klopt NIET?
A
Alle werkwoorden van modaliteit hebben klankverandering in het enkelvoud.
B
Alle werkwoorden van modaliteit hebben geeen uitgang bij ich en er/sie/es.
C
Alle werkwoorden van modaliteit zijn regelmatig in het meervoud.
D
Alle werkwoorden van modaliteit zijn hulpwerkwoorden.
Slide 7 - Quiz
Glaubt ihr, dass ihr teilnehmen _____?
können
Slide 8 - Question ouverte
Kleine Kinder _______ gerne Schokolademilch.
mögen
Slide 9 - Question ouverte
______ du gerne Schokoladenmilch?
mögen
Slide 10 - Question ouverte
Er ________ keine Freunde sehen.
dürfen
Slide 11 - Question ouverte
Ich ____ morgen gerne Tennis spielen.
wollen
Slide 12 - Question ouverte
Was ______ ihr morgen machen?
wollen
Slide 13 - Question ouverte
Anwendung verschiedener Präpositionen
Slide 14 - Diapositive
Wir fliegen ____ die Türkei
A
nach
B
zu
C
in
Slide 15 - Quiz
Wir fliegen ____ den Großeltern
A
nach
B
zu
C
in
Slide 16 - Quiz
Wir fahren ____ links
A
nach
B
zu
C
in
Slide 17 - Quiz
Wir fahren ____ Supermarkt
A
nach dem
B
zum
C
in den
Slide 18 - Quiz
Wir fahren ____ Hause
A
nach
B
zu
C
in
Slide 19 - Quiz
Wir fliegen ____ Kanada
A
nach
B
zu
C
in
Slide 20 - Quiz
_____ wen hast du diese Blumen gekauft?
A
vor
B
für
Slide 21 - Quiz
Ein Viertel ____ sechs.
A
vor
B
für
Slide 22 - Quiz
Er kommt ____ mir
A
zu
B
bei
Slide 23 - Quiz
Er ist _____ mir.
A
zu
B
bei
Slide 24 - Quiz
Wir fahren ____ den Tunnel
A
durch
B
von
Slide 25 - Quiz
Sie werden ____ ihren Eltern in die Stadt gebracht
A
durch
B
von
Slide 26 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
hulpwerkwoorden verleden tijd en vertaling NAAR
Mars 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
grammatica können, wollen, müssen, dürfen , mögen, wissen
Juin 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 2
3V - K3 - Modalverben Präsens extra oefenen
Juin 2024
- Leçon avec
40 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Modalverben
Janvier 2024
- Leçon avec
50 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
grammatica können, wollen, müssen, dürfen , mögen, wissen
Juin 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 2
Goethe 19.11.
Octobre 2023
- Leçon avec
28 diapositives
a
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Modalverben Präteritum extra oefenen
Février 2022
- Leçon avec
35 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Modalverben Präsens extra oefenen
Mars 2023
- Leçon avec
38 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3