2G ch3 semaine 13 2024

Préparation
Log in op lessonup.app                                 

Sur la table
-chromebook
-cahier d'activités 
-stylo
-weekplanner
timer
2:00
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Préparation
Log in op lessonup.app                                 

Sur la table
-chromebook
-cahier d'activités 
-stylo
-weekplanner
timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Chapitre 3

Slide 2 - Diapositive

SO E,F
Alleen een pen op tafel
Zet je naam op het blaadje
Lees de opdrachten goed
Spieken = 1

Klaar? M: blok H (online)


Slide 3 - Diapositive

Chapitre 3
M: blok H (online)
L: slim stampen grammaire H
 













  • Ik ken de rijtjes van pouvoir en vouloir uit ijn hoofd
timer
15:00

Slide 4 - Diapositive

semaine 15

  • Ik ben klaar voor de eindtoets

L:  ch 3 ABEF p. 128,129
L: phrases-clés C en G p. 130
L: grammaire D en H p. 31









Slide 5 - Diapositive

semaine 13

  •  Ik kan een uitnodiging schrijven en beantwoorden
  • Ik weet waar ik op moet letten als je een korte tekst gaat schrijven
  • Ik ken de rijtjes van de werkwoorden vouloir en pouvoir uit mijn hoofd 







Slide 6 - Diapositive

Phrases-clés A         R
  • On va en ville, ce weekend?
  • Gaan we dit weekend naar de stad?

Slide 7 - Diapositive

Phrases-clés A         R
  • Oui, je veux acheter un jean.
  • Ja, ik wil een spijkerbroek kopen

Slide 8 - Diapositive

Phrases-clés A         R
  • Comment tu trouves ce jean?
  • Hoe vind je deze spijkerbroek?

Slide 9 - Diapositive

Phrases-clés A         R

  • Pas mal
  • Niet slecht/leuk

Slide 10 - Diapositive

Phrases-clés A         R
  • Il est beau 
  • Hij is mooi   

Slide 11 - Diapositive

Phrases-clés A         R
  • Comment tu trouves ce jean?
  • Hoe vind je deze spijkerbroek?
  • Pas mal
  • Niet slecht/leuk
  • Il est beau
  • Hij is mooi

Slide 12 - Diapositive

Phrases-clés B         R
  • Il coute combien?
  • Hoeveel kost hij?
  • Trente euros
  • Dertig euro

Slide 13 - Diapositive

Phrases-clés B         R
  • Tu fais quelle taille?
  • Welke maat heb je?
  • Du M
  • M

Slide 14 - Diapositive