Les 5 start 7.2 gezond eten

Welkom bij BINASK
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BinaskPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom bij BINASK

Slide 1 - Diapositive

Je hebt meegenomen:
- Huiswerk opdracht 1 t/m 7 paragraaf 7.2
- Nectar leerwerkboek A
--> controle




Slide 2 - Diapositive

Terugblik vorige les
- Onrust bij zelfstandig werken

Slide 3 - Diapositive

Mededelingen
- Toets
- Vertrek
- Rekenmachine mee komende tijd!

Slide 4 - Diapositive

Herhaling 7.2 energie
Wat zijn energierijke voedingstoffen?

Wat is een eenheid van lengte?

Wat is een eenheid van energie?

Slide 5 - Diapositive

Hoe weet je wat voor voedingstoffen er in een voedingsmiddel zitten?
Zoek de verschillen. Wat zou je beter kunnen eten/drinken als je wilt groeien?
                                                           

Kaas
Sinaasappelsap

Slide 6 - Diapositive

7.2 energie
Je hebt energie nodig om te bewegen, je lichaam warm te houden, na te denken en eten te verteren.


Slide 7 - Diapositive

Wat zijn energierijke stoffen?
1 Koolhydraten (zetmeel + suiker). Zit in brood, aardappelen en pasta. Suikers zitten in broodbeleg, snoep en koek.

Slide 8 - Diapositive

Wat zijn energierijke stoffen?
2 Vetten zitten in olie, margarine en noten. Niet handig voor het sporten.. want duurt lang om te verteren.


Slide 9 - Diapositive

Hoeveel energie heb je nodig?
De eenheid van energie is joule
1 kilojoule (kj) is 1000 joules. 
Hoeveel kJ zit in het product hiernaast?

Slide 10 - Diapositive

Hoeveel energie heb je nodig?
Energie staat ook aangegeven in calorie
andere eenheid voor energie: 1 kilocalorie
(kcal) is 1000 calorieën. 
Hoeveel kcal zit in het product hiernaast?

Slide 11 - Diapositive

Hoeveel energie heb je nodig?
Energie staat ook aangegeven in calorie
andere eenheid voor energie: 1 kilocalorie
(kcal) is 1000 calorieën. 
Hoeveel kcal zit in het product hiernaast?

Slide 12 - Diapositive

Hoeveel energie heb je nodig?
1 Hangt af van activiteit
2 Hangt af van leeftijd (volwassen hebben meer energie nodig)
3 Hangt af van geslacht (mannen hebben meer energie nodig)

Slide 13 - Diapositive

Hoeveel energie heb je nodig?
Op de verpakking van een voedingsmiddel staat ook hoeveel energie er in het voedingsmiddel zit per 100 gram. Dit wordt aangegeven met het woord kilocalorie (kcal).

Hoeveel kcal heb je per dag nodig?
Jongen van 14: 2500 kcal
Meisje van 14: 2200 kcal

Als je veel beweegt op een dag heb je ook meer energie / kcal nodig!

Slide 14 - Diapositive

kilojoule (kJ) en kilocalorie (kcal) 
Hoe meer kJ of kcal er op de verpakking staat, hoe meer energie er in zit!

Slide 15 - Diapositive

kilojoule (kJ) en kilocalorie (kcal) 
Per 100 gram:
Pindakaas: 608 kcal
Biefstuk: 127
Chocola: 539
Snoep: 343
Banaan: 92
Brood: 266


Slide 16 - Diapositive

Filmpje

Slide 17 - Diapositive

Omrekenen kilocalorie naar kilojoule en omgekeerd
1 kcal = 4,2 kJ


Slide 18 - Diapositive

Even oefenen
Oefenen hoeveel kj = 2500 kcal?
Hoeveel kcal = 15000 kj?

Slide 19 - Diapositive

Klassikaal opdracht 4 t/m 7 nakijken!

Slide 20 - Diapositive

Waarom moet je niet te veel suiker en vet eten? 

Door suiker krijg je gaatjes = tandbederf of cariës
Door bacteriën die van suiker een zuur maken..
Slecht: frisdrank en vruchtensap

Slide 21 - Diapositive

Gaatjes
Het zuur dat wordt gemaakt tast je tandglazuur aan. Door het zuur lost ook het zachte tandbeen onder het tanglazuur op. Je hebt dan een gaatje
of cariës.

Slide 22 - Diapositive

Goed poetsen met tandpasta
In tandpasta zit fluoride = goed voor je gebit! Maakt tandglazuur sterker.

Slide 23 - Diapositive

Filmpje

Slide 24 - Diapositive

Waarom moet je niet te veel suiker en vet eten? 

Per dag nodig:
70 gram vet
250 gram koolhydraten

Te veel energierijke stoffen --> overgewicht

Slide 25 - Diapositive

Waarom moet je niet te veel suiker en vet eten? 

Gevolgen overgewicht:
- Vermoeidheid
- Veel zweten
- Hartziekten
- Suikerziekte
- Gewrichtsklachten

Slide 26 - Diapositive

Aan de slag opdracht 8 t/m 12
Wat: maken opdracht 8 t/m 12 blz. 23 t/m 25
Hoe: Zelfstandig/fluisteren
Hulp: Buurman of buurvrouw of docent
Tijd: 15 minuten
Klaar: Maken blz. 53 en blz. 57


timer
15:00

Slide 27 - Diapositive

Nog even op een rijtje:

Energierijke stoffen
- koolhydraten en vetten

Bouwstoffen
- water, eiwitten, vetten en mineralen

Beschermende stoffen
- vitaminen en mineralen

Slide 28 - Diapositive





https://schooltv.nl/video-item/broodje-gezond-in-de-klas-hoe-gezond-zijn-vitaminepillen


Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive