Les 8 paragraaf 4 rekenen met snelheid

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Mark wil om 9.15 uur op zijn werk zijn.
Zijn reistijd is 40 minuten.
Hoe laat moet Mark uit huis vertrekken?

1. 8.45 uur
2. 8.35 uur
3. 9.55 uur
4. 8.25 uur

Een film begint om 19.20 uur en duurt 1 uur en 22 minuten.
Hoe laat is de film afgelopen?

1. 20.44 uur
2. 20.52 uur
3. 19.44 uur
4. 20.54 uur

Kees begint om 8.30 op school. Hij is om 14.00 uur vrij, hoe lang is Kees op school geweest?

1. 4 uur en 30 minuten
2. 6 uur en 30 minuten
3. 5 uur
4. 5 uur en 30 minuten

Hoeveel dagen heeft een schrikkeljaar?

Hoeveel weken is 1 kwartaal?

Hoeveel jaar is 1 eeuw?

Bij de Jamin is 150 gram snoep €2,75.
Bij de snoepwinkel in de stad betaal ik voor 300 gram snoep €5,00.
Welke winkel is goedkoper?

1. de Jamin
2. de snoepwinkel in de stad

Emma moet in de supermarkt een bedrag afrekenen van €33,23.
Ze wil graag contant betalen.
Hoeveel moet Emma dan betalen?

1. €33,20
2. €33,25

Als ik snelheid wil weten in m/s, wat ga ik dan uitrekenen?

1. afstand : tijd
2. tijd : afstand
3. snelheid : tijd
4. afstand : snelheid