4.4
1 / 45
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Neem het rijtje over in je schrift en vul het in.
Foto hier uploaden.
Slide 5 - Question ouverte
Match de getallen met de macht van 10
1000
1 miljard
100
1 miljoen
106
109
102
103
Slide 6 - Question de remorquage
7,5 x 103 = .......
A
7,5 x 10 x 3
B
7,5 x 10 x 10 x 10
Slide 7 - Quiz
2,9 x 1012 = .......
A
29 000 000 000 000
B
2,900000000000
C
290 000 000 000
D
2 900 000 000 000
Slide 8 - Quiz
2,9 x 105 = .......
A
2 900 000
B
2,90000
C
290 000
D
0,290000
Slide 9 - Quiz
Hoeveel nullen heeft een miljard?
A
6
B
9
C
12
D
15
Slide 10 - Quiz
Schrijf het getal in de wetenschappelijk notatie. Rond af op één decimaal.
1 937 845 =
Deze zijn over :
x 108
x 107
x 106
x 105
2,0
1,94
1,93
1,9
Slide 11 - Question de remorquage
Schrijf het getal in de wetenschappelijk notatie. Rond af op één decimaal.
264 357 =
Deze zijn over :
x 108
x 107
x 106
x 105
3,0
2,7
2,6
2,5
Slide 12 - Question de remorquage
6,81 x 106 = .......
A
6,810000
B
68,0001
C
681 000 000
D
6 810 000
Slide 13 - Quiz
1,75 x 109 = .......
A
0,1750000000
B
1 750 000 000
C
175 000 000 000
D
175 000 000
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Noteer in de wetenschappelijke notatie: 0,00002964
Slide 17 - Question ouverte
Schrijf in wetenschappelijke notatie:
0,0000123
0,0000123
Slide 18 - Question ouverte
In de wetenschappelijke notatie...
A
10−4
B
10−5
C
10−6
D
10−7
Slide 19 - Quiz
Wat is de wetenschappelijke notatie van?
A
7,3⋅10−6
B
73⋅10−7
C
0,73⋅10−5
D
7,3⋅106
Slide 20 - Quiz
wat is de wetenschappelijke notatie?
A
7,3⋅10−6
B
73⋅10−7
C
0,73⋅10−5
D
7,3⋅106
Slide 21 - Quiz
In de wetenschappelijke notatie...
A
0,2⋅10−10
B
0,2⋅10−11
C
2,0⋅10−10
D
2,0⋅10−11
Slide 22 - Quiz
Is dit in de wetenschappelijke notatie?
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Wat is de groeifactor in deze formule?
N=3000⋅0,7t
A
N
B
3000
C
0,7
D
t
Slide 26 - Quiz
wat is de factor?
A
0,3
B
1,3
C
0,7
D
1,7
Slide 27 - Quiz
Het aantal mensen met een smartphone stijgt ieder jaar nog steeds met 3% Welke factor hoort daarbij?
A
0,97
B
1,03
C
3
D
97
Slide 28 - Quiz
Het aantal docenten dat werkt op het Dollard College is het afgelopen jaar met 5% toegenomen.
Wat is de factor bij deze toename?
Wat is de factor bij deze toename?
A
0,95
B
1,5
C
1,05
D
0,05
Slide 29 - Quiz
Een Facebookpagina heeft 2500 likes. Het streven is om het komende jaar het aantal likes per maand 4% te laten stijgen. Welke factor hoort bij deze toename?
A
0,96
B
0,04
C
1,04
D
1,25
Slide 30 - Quiz
Wat is de groeifactor?
Slide 31 - Question ouverte
Wat is de groeifactor?
Slide 32 - Question ouverte
Wat is de groeifactor?
Slide 33 - Question ouverte
Wat is de groeifactor?
Slide 34 - Question ouverte
Wat is de groeifactor?
Slide 35 - Question ouverte
Wat is de %?
Slide 36 - Question ouverte
Wat is de %?
Slide 37 - Question ouverte
Wat is de %?
Slide 38 - Question ouverte
Slide 39 - Question ouverte
Geef de groeifactor
A
2,3%
B
102,3%
C
1,023
D
0,023
Slide 40 - Quiz
Een fabrikant van tv's schaft elke 5 jaar een nieuwe machine aan. De machine kost 12.000 euro. De waarde van de machine neemt elk jaar met 15% af. Hoeveel is de machine nog waard na 5 jaar? (tip: maak eerst een formule met een groeifactor)
