4.5 Hefbomen-2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Hst 4.5 Hefbomen

Hefbomen maken ons leven een stuk gemakkelijker:

- Een deurkruk,

- Een flesopener,

- Een knip-tang

In deze paragraaf leer je hoe dit werkt en hoe je er mee rekenen moet.

Deze les: 

• Leerdoelen
• Belangrijke woorden 
• Uitleg
• Aan het werk!

Leerdoelen

• Ik kan in een hefboom het draaipunt, het werkpunt en het lastpunt benoemen. (1, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, *11, 12, 13, 14, 15)
• Ik kan in een hefboom de werk-arm en de last-arm benoemen. (14)
• Ik kan bij een hefboom in evenwicht uitleggen op welke manier met een kleine kracht een grote kracht wordt uitgeoefend. (2, 5, 14, 15)

Belangrijke woorden

• (enkele) Hefboom
• Werkpunt; werk-arm
• Draaipunt
• Lastpunt; last-arm
• Dubbele hefboom

Uitleg

Uitleg

Uitleg

Uitleg

Aan het werk 

Maken: Bij de leerdoelen (3e dia) staan de nummers van de vragen die daar over gaan. Deze vragen moet je maken.

Als je klaar bent, laat je dit aan je docent weten. Hij overlegt met jou wat je dan mag gaan doen.

Onthouden

• Met een hefboom kun je krachten vergroten.
  
• Een hefboom heeft een werk-punt, een last-punt en een draai-punt.
  
• Een breekijzer en een steeksleutel zijn voorbeelden van enkele hefbomen.
  
• Een tang en een schaar zijn voorbeelden van dubbele hefbomen.
  
• Een hefboom heeft een lang uiteinde en een kort uiteinde.
  
• Het lange uiteinde is de werk-arm. Het korte uiteinde is de last-arm.
  
• Hoe langer de werk-arm, hoe meer je kracht wordt vergroot.
  
• Hoe korter de last-arm, hoe meer je kracht wordt vergroot.

Hulp

• Lees de lesstof (nog eens) door 
  In je boek of online NOVA
• Vraag een klasgenoot
• mail SJA
  ([e-mail]) 
  

Extra stof