3. Zuid-Korea: vrijheid en welvaart

1 / 22
suivant
Slide 1: Vidéo
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte et 6 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Zuid-Korea: vrijheid en welvaart

Slide 7 - Diapositive

Waarom zijn er 2 Korea's?
1950 - 1953 -> Oorlog in Korea
Uitkomst -> 2 Korea's
Grens -> 
1950-1953: oorlog in Korea.
Uitkomst: 2 Korea's -> Noord-Korea en Zuid-Korea

Grens tussen Noord- en Zuid-Korea -> 38e breedtegraad.
Deze grens is zeer streng bewaakt

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Verschil tussen Noord- en Zuid-Korea
Noord                                                Zuid
  • communistisch                                - kapitalistisch
  • dictator                                                - democratie
  • volk geen macht                              - vrije markt
  • planecomie                                        - veel export
  • zelfvoorzienend                                                             

Slide 13 - Diapositive

Zuid-Korea: hoe werd het een rijk land?
3 maatregelen:
  1. Verbetering leven op het platteland
  2. Ontwikkeling van industrie
  3. Beter onderwijs

Slide 14 - Diapositive

Beter leven op het platteland: hoe?
  • boeren werden eigenaar van de grond
  • grond werd eerlijk verdeeld
  • dorpsbewoners gingen meer samenwerken
  • bij samenwerking kregen ze hulp van de staat
Resultaat => groei productie van de landbouw

Slide 15 - Diapositive

Ontwikkeling van industrie: hoe?
  • geld lenen van Japan en VS om fabrieken op te zetten

  Stap voor stap werd de industrie opgebouwd:
  1. consumptiegoederen -> verkocht aan buitenland = export van goederen.
  2. zware industrie -> basisproducten
  3. lichte industrie -> hightech producten => export bv Samsung

Slide 16 - Diapositive

Zware en lichte industrie
Zware industrie =                       Lichte industrie =
  • Veel grondstoffen                   - consumptiegoederen
  • grote machines                      - hightech
  • massagoederen                      - stukgoederen
  • verkoop aan fabrieken            - verkoop aan winkels
  • basisproducten                       - grote en kleine dingen

    Zware industrie: grote fabrieken, grote schoorstenen en grote producten. Bijvoorbeeld staalfabrieken
    Lichte industrie, consumptiegoederen, bv auto’s en telefoons maar ook een hightech-wc!

    Slide 17 - Diapositive

    Beter onderwijs: hoe?

    • veel geld investeren 
    • goede scholen oprichten
    • goede kwaliteit van onderwijs
    Modern onderwijs

    Slide 18 - Diapositive

    Slide 19 - Diapositive

    Zuid-Korea nu: 
    • rijk land
    • democratie, vrijheid
    • geeft ontwikkelingshulp aan andere landen
    • Olympische Spelen 2018

    Slide 20 - Diapositive

    Slide 21 - Vidéo

    Slide 22 - Vidéo