Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
2.2 Fascisme en communisme
Slide 1 - Diapositive
Italië tijdens WOI
Eerste jaar neutraal, maar ging uiteindelijk meevechten aan de kant van de geallieerden. Italië moest namelijk weer een machtig lang worden vond de krant: Il populo d'italia (journalist was Benito Mussolini)
Slide 2 - Diapositive
Nationale fascistische partij
Slide 3 - Diapositive
Na WOI
Italië was bang voor een communistische revolutie en Benito Mussolini presenteerde zichzelf als de sterke man die het land zou redden. Hij wilde een totalitair regime vestigen. De overheid moest de volledige controle hebben over de samenleving.
Slide 4 - Diapositive
Geweld werd verheerlijkt en de aanhangers van Mussolini werden ook wel de zwarthemden genoemd.
Mussolini noemde zich zelf Il duce
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Oktober 1922 'mars naar Rome'. Hij dreigde met geweld als hij de macht niet kreeg. Koning bond in
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Italië werd een dictatuur en er vond een grote vorm van indoctrinatie plaats en persoonsverheerlijking.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Maken
Handboek bladzijde 36 en 37
Werkboek bladzijde 41 en 42
Maken opdr: 1,3,5
Slide 12 - Diapositive
Lenin sterft in 1924 opvolger wordt Josef Stalin (de man van staal)
Slide 13 - Diapositive
Josef Stalin
Meedogenlozer en harder dan Lenin
Planeconomie: (vanaf 1928)Hierin stond precies wat en hoeveel er geproduceerd moest worden
Kolchozen: Grote boeren bedrijven die samen moesten werken.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Meeste boeren waren tegen deze collectivisatie en kwamen in opstand. Koelakken (rijke zelfstandige boeren) kregen de schuld van alles.