Proeftoets media 2023

Proeftoets D&P media
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
D&pMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Proeftoets D&P media

Slide 1 - Diapositive

Zet de juiste filmgenre bij de juiste omschrijving.
Is een verhaal dat het leven beschrijft van iemand die echt bestaan heeft (of bestaat).

Is een film bedoeld voor jongeren tot ongeveer 16 jaar.

Is een film waarin uitgelegd wordt hoe iemand iets moet doen.
Is een verzonnen verhaal (fictie) waarin de (karakter)ontwikkelingen van een of meer personages centraal staan.
Is een film met een verhaal dat zich afspeelt in het verleden.
Is een film waarin een filmtechniek gebruikt wordt van stilstaande beelden. Deze worden achter elkaar gemonteerd en hoe sneller je de beelden achter elkaar ziet, hoe vloeiender de beweging lijkt.
Animatie
Biografie
Jeugdfilm
Instructiefilm
Drama
Historische film

Slide 2 - Question de remorquage

Op welk formaat papier wordt een flyer gemaakt?
A
A3
B
A5
C
A4
D
A1

Slide 3 - Quiz

Welk communicatiemiddel deel je uit?

A
Flyer
B
Poster
C
Brochure
D
Alle 3

Slide 4 - Quiz

Een A4 in drieën gevouwen is een?
A
Flyer
B
Poster
C
Brochure
D
Folder

Slide 5 - Quiz


Wat is een ander woord voor Lay-out?
A
Wat er in de folder staat
B
De bindwijze
C
Het aantal pagina's
D
De opmaak

Slide 6 - Quiz

Wat is een huisstijl?

A
Een herkenbare manier waarop een bedrijf zich visueel presenteert
B
Een instructie waarin staat welke kleuren worden gebruikt
C
Alle regels die gelden binnen een bedrijf
D
De communicatie stijl die binnen een bedrijf wordt nagestreefd

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de huisstijl kleuren van jumbo?
A
Rood, blauw, wit
B
Roze, paars, bruin
C
Geel, wit, zwart
D
Wit, blauw, groen

Slide 8 - Quiz

Wat is het doel van een nieuwsbrief?
A
Klanten willen informeren over nieuwe producten / diensten
B
Klanten willen informeren over oude producten / diensten
C
Klanten op te hoogte houden over ontwikkeling

Slide 9 - Quiz

Zet de stappen voor het maken van een film in de goede volgorde.Tekst
Film monteren
Script schrijven
Contact met opdrachtgever over doel en wensen 
Draaiboek maken
Storyboard uitwerken
Filmen 
Film presenteren
1
2
3
4
5
6
7

Slide 10 - Question de remorquage

Wat is het doel van een draaiboek?
A
Duidelijk overzicht van wie wat doet en waar, hoe en wanneer
B
Wie er allemaal betaald moeten worden
C
Wie er die dag aanwezig zijn
D
Wie er mee eten

Slide 11 - Quiz


Welk beeldkader is dit?
A
Panorama shot
B
Medium shot
C
Totaal shot
D
Close up

Slide 12 - Quiz


Welk beeldkader is dit?
A
Panorama shot
B
Medium shot
C
Totaal shot
D
Close up

Slide 13 - Quiz


Welk beeldkader is dit?
A
Panorama shot
B
Medium shot
C
Totaal shot
D
Close up

Slide 14 - Quiz


Welk beeldkader is dit?
A
Two shot
B
Medium shot
C
Totaal shot
D
Close up

Slide 15 - Quiz


Welk beeldkader is dit?
A
Panorama shot
B
Medium shot
C
Totaal shot
D
Close up

Slide 16 - Quiz


Welk camerastandpunt is dit?
A
(OS) Over-shoulder
B
(POV) Point of view
C
(KP) Kickvorsperspectief
D
(NP)Neutraal perspectief

Slide 17 - Quiz


Welk camerastandpunt is dit?
A
(NP)Neutraalperspectief
B
(POV) Point of view
C
(KP) Kickvorsperspectief
D
(VP)Vogelperspectief

Slide 18 - Quiz


Welk camerastandpunt is dit?
A
(OS) Over-shoulder
B
(POV) Point of view
C
(KP) Kickvorsperspectief
D
(VP)Vogelperspectief

Slide 19 - Quiz


Welk camerastandpunt is dit?
A
(OS) Over-shoulder
B
(POV) Point of view
C
(KP) Kickvorsperspectief
D
(NP)Neutraal perspectief

Slide 20 - Quiz

Schrijf 5 camerabewegingen op

Slide 21 - Question ouverte

Wat zie je hier?
A
Een filmshot
B
Een storyboard
C
Een clapboard
D
Een shotlist

Slide 22 - Quiz

Wat zie je hier?
A
Een filmshot
B
Een storyboard
C
Een clapperboard
D
Een shotlist

Slide 23 - Quiz

Je monteert een film met een
.........
op de computer
A
Editing programma
B
Videomontageprogramma
C
Bewerkingsprogramma
D
Videobewerkinsprogramma

Slide 24 - Quiz

Wat voor soort communicatiemiddelen zie je op de afbeelding?
A
Folder
B
Brochure
C
Flyer
D
nieuwsbrief

Slide 25 - Quiz

Wat betekend het woord monteren (editen)?
A
Beeldmateriaal aan elkaar plakken in een montage programma
B
Een verhaal verzinnen
C
Tekeningen op papier tekenen
D
Filmen

Slide 26 - Quiz

Wat betekend het woord renderen?
A
Beeldmateriaal aan elkaar plakken in een montage programma
B
Het bereken van alle loze video's dat tot één video wordt gemaakt.
C
één video maken van alles
D
Programmeren van loze video's tot één video

Slide 27 - Quiz

Hoe heet de muziek die je 'onder' een film zet?
A
soundcloud
B
soundhouse
C
sound of music
D
soundtrack

Slide 28 - Quiz

Wat betekent pannen?
A
in en uit zoomen
B
Horizontale beweging van de camera
C
Verticale beweging van de camera
D
De camera veranderd van positie

Slide 29 - Quiz

Wat betekent tilten?
A
in en uit zoomen
B
Horizontale beweging van de camera
C
Verticale beweging van de camera
D
De camera veranderd van positie

Slide 30 - Quiz


Deze persoon haal je met de cameralens dichterbij. Je maakt deze persoon groter. Hoe heet dit?
A
inzoomen
B
Pannen
C
Titlten
D
Uitzoomen

Slide 31 - Quiz

Aan wie vraagt de regisseur zijn idee voor een verhaal uit te werken?
A
Directeur
B
Scenarioschrijver
C
Producer
D
Editor

Slide 32 - Quiz

Wat is geen webbrowser?
A
chrome
B
firefox
C
Internet
D
safari

Slide 33 - Quiz

Welke drie zaken heeft een website nodig?
A
webadres, cloud, webpagina's
B
webadres, server, webpagina's
C
url, menu, pagina
D
homepagina en meer niet

Slide 34 - Quiz

Waar herken je een hyperlink aan?
A
een klinkbare afbeelding
B
die staat in je webbrowser
C
blauwe onderstreepte tekst of woord
D
die kan je niet herkennen

Slide 35 - Quiz

Wat is een functioneel ontwerp?
A
een ontwerp met functionaliteiten voor de site
B
een duidelijk ontwerp van de site
C
een schets met functionaliteiten voor de site
D
een technische uitwerking van de site

Slide 36 - Quiz

Met een navigatiemenu kan een gebruiker op je website ...
A
Niets.
B
Naar een andere pagina gaan
C
Eten bestellen.
D
De weg vinden.

Slide 37 - Quiz

Wat is hosting?
A
Vertaalt domein namen naar IP adressen.
B
Het onderbrengen van je website op een server.
C
Een apparaat dat verzoeken doet.
D
Een winkel voor MAC addresses en IPs.

Slide 38 - Quiz

Wat is de bedoeling van een extreem close up?
A
Te laten zien wat er op de achtergrond staat
B
Om de acteur helemaal te laten zien
C
Om de emotie van de acteur te laten zien
D
Zodat je alle rimpels van de acteur goed kunt zien

Slide 39 - Quiz

Wat is een script
A
Een document dat video's van een film bevat
B
Een document met daarin de foto's van de actuers
C
Een document dat de acteurs en de dialoog bevat
D
Een document met daarin de kosten van de film

Slide 40 - Quiz

Hoe noem je een uitgewerkt script met plaatjes erin
A
script
B
storyboard
C
stripverhaal
D
draaiboek

Slide 41 - Quiz

Hoe noem je een stem die commentaar geeft in de film?
A
set noise
B
voice under
C
voice over
D
effect geluid

Slide 42 - Quiz

Waarvoor gebruik je invullicht
A
Invullicht gebruik je als aanvulling op een andere lichtbron
B
Meestal gebruik je op de set alleen invullicht
C
een persoon of voorwerp op de set te verlichten
D
licht dat van alle kanten komt. Het betekent ‘verspreid licht’ en geeft geen harde schaduwlijnen

Slide 43 - Quiz

Wat betekend direct geluid?

A
dit geluid voeg je bij het monteren van de film toe.
B
achtergrondgeluid dat de sfeer van de film bepaalt
C
stem onder een voetbalwedstrijd
D
is geluid dat je direct opneemt met het beeld

Slide 44 - Quiz

Wat betekend sfeergeluid:?

A
dit geluid voeg je bij het monteren van de film toe.
B
achtergrondgeluid dat de sfeer van de film bepaalt
C
stem onder een voetbalwedstrijd
D
is geluid dat je direct opneemt met het beeld

Slide 45 - Quiz

Waarvoor gebruik je een spotlight?
A
Om de filmset als geheel te verlichten
B
een persoon of voorwerp op de set te verlichten
C
Om zachtere schaduwlijnen te creëren
D
licht dat van alle kanten komt. Het betekent ‘verspreid licht’ en geeft geen harde schaduwlijnen

Slide 46 - Quiz

Vogels dat je buiten hoort tijdens het filmen noem je?
A
Set noise
B
Voice -over
C
Effect geluid
D
Sfeergeluid

Slide 47 - Quiz