overtuigen met argumenten

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Overtuigen met argumenten

Inhoud

In deze les:

• Wat is een argument
• Hoe bedenk je een argument en wat is een standpunt?

Argument

Een argument is een uitleg waarmee je de stelling

bewijst (als je voor bent) of ontkracht (als je tegen

bent)

MIJN ZAKGELD MOET OMHOOG

Je argument zijn: omdat het eten in de kantine duurder is geworden. 

Argumenten zijn te herkennen aan signaalwoorden zoals:

Omdat, want, daarom, dus

namelijk, aangezien

Daarna volgt dan een argument.

wat is het argument?

1. Omdat ik niet heb geleerd, moet de toets niet

doorgaan.

2. Ik kan niet wachten tot ik 18 ben, want dan mag

ik stemmen.

3. Het regent, daarom blijf ik binnen

Debatteren 

Als je gaat debatteren, is de ene groep vóór en

de andere groep tegen de stelling. 

Een stelling

is eigenlijk een standpunt of een mening over

hoe iemand vindt dat de wereld zou moeten zijn.

In een debat bedenk je argumenten vóór of

argumenten tegen de stelling. 

Dit betekent dat je

redenen geeft waarom je het eens of oneens bent

met de stelling.

edpuzzle.com

Maar hoe bedenk je die argumenten?

1. Over welk probleem gaat de stelling? Waarom is

dat erg?

2. Wat zijn de voordelen of nadelen?

3. Wie zijn er bij de stelling betrokken? Is de

verandering die komt door de stelling goed of slecht

voor die mensen?

 argumenten maken

Denk om de volgende signaalwoorden:

Omdat, want, daarom, dus

namelijk, aangezien

stelling op de kaart:

Iedere werknemer moet één maand per jaar stage lopen in een andere sector

argument 1 (samen)

voor:

Het maakt je flexibel op de arbeidsmarkt

tegen:

Het gaat ten koste van je eigen werkzaamheden

lees wat de uitleg is op de kaart

Argument 2

Voor:

Het draagt bij aan je persoonlijke ontwikkeling

Tegen:

Aan één maand heb je niks

Nu ga je zelf het argument uitleggen en een voorbeeld bedenken

Argument 3

1. Zelf maken en vat deze in één korte zin samen.

2. Uitleg, waarom goed/slecht?

3. Zoek een voorbeeld

Evaluatie

1. Wat heb je als argument.
2. waarom goed/slecht.
3. wat heb je als voorbeeld. 

Volgende x debatteren met elkaar