Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Lessencyclus signaalwoorden BKMHV jaar 1-4
Nederlands: Signaalwoorden
1 / 41
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Cette leçon contient
41 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Nederlands: Signaalwoorden
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Aan het eind van de les weet ik wat signaalwoorden zijn en kan ik deze vinden in een tekst of zin.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.
Slide 6 - Diapositive
Opsomming
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens
Slide 7 - Diapositive
Tegenstelling
Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)
Slide 8 - Diapositive
Oorzaak – gevolg
Door, doordat, waardoor, te danken aan
Slide 9 - Diapositive
Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van
Slide 10 - Diapositive
Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals
Slide 11 - Diapositive
Verklaring / argument
Want, omdat, daarom, vanwege, immers,
Slide 12 - Diapositive
Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat
Slide 13 - Diapositive
Samenvatting / conclusie
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat
Slide 14 - Diapositive
Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.
Slide 15 - Diapositive
Welk signaalwoord past in de zin:
.... er verkiezingen komen, presenteren de partijen zich aan de kiezers.
A
Nadat
B
Voordat
C
Eerst
D
Want
Slide 16 - Quiz
Opsomming
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens
Slide 17 - Diapositive
Welk signaalwoord past in de zin: Eerst zijn er verkiezingen en ..... wordt er een nieuw kabinet samengesteld.
A
ook
B
daarom
C
dus
D
vervolgens
Slide 18 - Quiz
Tegenstelling
Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)
Slide 19 - Diapositive
Welk signaalwoord past in de zin: De PvdA is .... de SP een linkse partij.
A
in tegenstelling tot
B
ondanks
C
evenals
D
behalve
Slide 20 - Quiz
Oorzaak – gevolg
Door, doordat, waardoor, te danken aan
Slide 21 - Diapositive
Welk signaalwoord past in de zin:
De PVV heeft hele extreme standpunten, .... veel partijen niet met hen willen samenwerken.
A
omdat
B
dus
C
aangezien
D
waardoor
Slide 22 - Quiz
Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van
Slide 23 - Diapositive
Welk signaalwoord past in de zin:
De partijen voeren campagne,..... ze de kiezers proberen over te halen om op hun te stemmen.
A
waarmee
B
doordat
C
tenzij
D
vandaar dat
Slide 24 - Quiz
Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals
Slide 25 - Diapositive
Welk signaalwoord past in de zin:
Iedere partij heeft een eigen standpunt t.o.v. het onderwijs .... de leraren moeten meer salaris krijgen.
A
aangezien
B
omdat
C
want
D
zoals
Slide 26 - Quiz
Verklaring / argument
Want, omdat, daarom, vanwege, immers,
Slide 27 - Diapositive
Welk signaalwoord past in de zin: Mensen stemmen alleen in een hokje, ... de privacy.
A
omdat
B
vanwege
C
want
D
immers
Slide 28 - Quiz
Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat
Slide 29 - Diapositive
Welk signaalwoord past in de zin:
... iemand zich niet kan legitimeren, mag hij/zij ook niet gaan stemmen.
A
Als
B
Tenzij
C
Bijvoorbeeld
D
Want
Slide 30 - Quiz
Samenvatting / conclusie
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat
Slide 31 - Diapositive
Welk signaalwoord past in de zin:
..... hoop ik dat jullie nu begrijpen wat signaalwoorden zijn.
A
Al met al
B
Vandaar dat
C
Aan het eind
D
Tenzij
Slide 32 - Quiz
Ik ga vanavond niet naar zijn verjaardag want daar heb ik echt geen zin in.
Slide 33 - Question ouverte
Ik heb gisteren mijn knie geblesseerd, daardoor kan ik vanavond niet meedoen met de wedstrijd.
Slide 34 - Question ouverte
Ik ga even naar de winkel om kaas, brood en melk te halen.
Slide 35 - Question ouverte
Hij deed vandaag heel aardig tegen mij terwijl hij gisteren op Facebook heel gemene dingen schreef.
Slide 36 - Question ouverte
Bij het vak Nederlands moeten wij veel onthouden, zoals signaalwoorden.
Slide 37 - Question ouverte
We hebben veel gedaan in het weekend, het was kortom super!
Slide 38 - Question ouverte
De directeur is boos, dus ik moet me echt gaan gedragen.
Slide 39 - Question ouverte
We krijgen nu een werkblad, daarmee hoopt mevr. van Dijk dat we de signaalwoorden begrijpen.
Slide 40 - Question ouverte
Iedereen haalt dit jaar zijn examen Nederlands mits zij daar hun best voor doen.
Slide 41 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Signaalwoorden
Octobre 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Signaalwoorden
Novembre 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Les 3 Theorie + oefen Kijken/Luisteren- oefenen Signaalwoorden
Janvier 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
Signaalwoorden
Novembre 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Signaalwoorden
Décembre 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Signaalwoorden
Septembre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Signaalwoorden
Mai 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Signaalwoorden
Mars 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4