Afbeeldingen kun je vergroten door er op te klikken
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
H3 Globalisering
Proefwerk
Aantal vragen: 23
Tijd: 40 minuten
Afbeeldingen kun je vergroten door er op te klikken
Slide 1 - Diapositive
Het proces van globalisering vindt plaats binnen drie dimensies.
Noteer de drie dimensies en geef bij elke dimensie een voorbeeld.
Slide 2 - Question ouverte
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving? Landen zijn steeds meer gericht op het buitenland door bijvoorbeeld de handel.
A
amerikanisering
B
economische globalisering
C
internationalisering
D
mondialisering
Slide 3 - Quiz
Zijn de uitspraken juist? I Veel producten zijn door globalisering duurder geworden. II Technologische ontwikkelingen spelen een grote rol bij het proces van globalisering.
A
Alleen uitspraak I is juist.
B
Alleen uitspraak II is juist.
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 4 - Quiz
Leg aan de hand van het wereldwijd digitaal netwerk uit dat globalisering geen wereldwijd proces is.
Slide 5 - Question ouverte
Geef bij onderstaand voorbeeld aan of er sprake is van relatieve afstand, absolute afstand of allebei. De autorit tussen Den Haag en Schiphol duurt 45 minuten.
A
Relatief
B
Absoluut
C
Allebei
Slide 6 - Quiz
Geef bij onderstaand voorbeeld aan of er sprake is van relatieve afstand, absolute afstand of allebei. De afstand tussen Den Haag en Schiphol is 47 kilometer.
A
Relatief
B
Absoluut
C
Allebei
Slide 7 - Quiz
Geef bij onderstaand voorbeeld aan of er sprake is van relatieve afstand, absolute afstand of allebei. Met het vliegtuig ben ik sneller in Londen dan met de boot.
A
Relatief
B
Absoluut
C
Allebei
Slide 8 - Quiz
Geef bij onderstaand voorbeeld aan of er sprake is van relatieve afstand, absolute afstand of allebei. Schiphol is voor inwoners van de Randstad gunstig gelegen.
A
Relatief
B
Absoluut
C
Allebei
Slide 9 - Quiz
Door globalisering produceert ieder land waar het goed in is. Welk begrip past hierbij?
A
comparatieve voordelen
B
internationale arbeidsverdeling
C
internationalisering
D
schaalvoordelen
Slide 10 - Quiz
Welk begrip past het best bij dit nieuwsbericht?
A
comparatieve voordelen
B
isolationisme
C
protectionisme
D
schaalvoordelen
Slide 11 - Quiz
Is hier sprake van een megastad of een wereldstad? Leg je antwoord uit.
Slide 12 - Question ouverte
Zijn de uitspraken juist? I Een wereldstad is meer geglobaliseerd dan de rest van het land. II De bevolking in een wereldstad is over het algemeen jonger dan de bevolking in de rest van het land.
A
Alleen uitspraak I is juist.
B
Alleen uitspraak II is juist.
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 13 - Quiz
De loonkosten zijn in China relatief laag.
Welke twee voordelen heeft dit?
Voordelen
Veel westerse bedrijven investeren in China.
De economische groei van China gaat langzaam.
Producten uit China zijn relatief goedkoop.
De lonen stijgen nauwelijks.
Slide 14 - Question de remorquage
Zijn de uitspraken juist?
I De grootste scheepssloperijen liggen in landen in de semiperiferie.
II De grootste scheepssloperijen liggen in landen met een hoge mate van economische ontwikkeling.
A
Alleen uitspraak I is juist.
B
Alleen uitspraak II is juist.
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 15 - Quiz
De kleur groen laat zien dat het aantal Nederlandse toeristen met een hotelovernachting tussen 2013 en 2016:
Ongeveer gelijk is gebleven / is toegenomen
Wat klopt?
A
Ongeveer gelijk is gebleven
B
is toegenomen
Slide 16 - Quiz
De kleur groen/blauw laat in dezelfde periode het proces van globalisering zien
A
Groen
B
Blauw
Slide 17 - Quiz
Kies de best passende dimensie. In het aanpakken van drugshandel werkt de Nederlandse recherche samen met recherche in het buitenland.
A
Cultureel
B
Economisch
C
Politiek
Slide 18 - Quiz
Kies de best passende dimensie. Steeds meer Chinese studenten komen in Nederland studeren.
A
Cultureel
B
Economisch
C
Politiek
Slide 19 - Quiz
Kies de best passende dimensie. China levert veel producten aan westerse landen
A
Cultureel
B
Economisch
C
Politiek
Slide 20 - Quiz
Kies de best passende dimensie. De EU heeft onder andere tot doel vrede in Europa te behouden door veel samen te werken.
A
Cultureel
B
Economisch
C
Politiek
Slide 21 - Quiz
Zet de woorden op de juiste plek
Door................................ kunnen onderdelen van producten uit verschillende landen worden gehaald. Hierdoor ontstaat..................................: ieder land produceert waar het goed in is.
Zo ontstaat
Globalisering
Internationale arbeidsverdeling
Internationale specialisatie
Slide 22 - Question de remorquage
Wat zijn twee voorbeelden van internationale arbeidsverdeling?
Slide 23 - Question de remorquage
Denk terug aan het debat. Benoem twee rollen en vertel hun beste argument.
Slide 24 - Question ouverte
Zie jij zaadveredeling als iets positiefs of iets negatiefs? Leg je antwoord uit!