3m voorbereiding op Toets Protest

• Kunst
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 3

Street Art / Graffiti/Protest

In deze les krijg je:

-Herhaling van de beeldaspecten en het verschil tussen vormgeving en voorstelling

-Een kleine praktische oefening om met vormgeving en voorstelling aan de slag te gaan.

-Nakijken werkboekvragen

-Oefenen met oude examenvragen.

Wat is de voorstelling van dit schilderij?

Hoe is het schilderij vormgegeven?

Praktische oefening (30 mintuten)

Werk in tweetallen. Ga tegenover elkaar zitten. 
Persoon 1 vertelt zo goed mogelijk hoe zijn of haar schilderij er uit ziet. Gebruik hierbij voorstelling en vormgeving. 
Persoon 2 tekent het omschreven schilderij op papier zo goed mogelijk. 

Hoe en of de tekening lijkt op het echte schilderij, ligt aan hoe goed de omschrijving woordelijk wordt gegeven. 

Wissel na 15 minuten om

Bekijk figuur 2 hierboven

Op figuur 2 zie je een raster met daarop een deel van het fietspad. Het gebruik van het raster kan je vergelijken met het gebruik van een

1. gietmal.
2. schetsblad
3. sjabloon

Beschrijf de voorstelling

Beschrijf de vormgeving

 Waar komt het woord graffiti vandaan?

Het woord ontstaat in arme stadswijken in Amerika. Het is het Italiaanse woord voor kunst op de muur

Wat wordt er bedoeld met het woord tag?

Graffiti in de vorm van een naam of een teken

Wat wordt er bedoeld met het woord piece?

Graffiti in de vorm van een (grote) schildering

 Waarom wordt graffiti bijna altijd ’s nachts gemaakt?

Op veel plekken is graffiti aanbrengen illegaal. Dat doen mensen dan dus het liefst stiekem

 Wat is het verschuil tussen graffiti en streetart?

Streetart heeft altijd een boodschap en graffiti niet per se. Graffiti kan dus streetart, maar er is ook graffiti

die geen streetart is

Zoek op internet extra informatie over Banksy en Hugo Kaagman. Vul daarna de belangrijkste kenmerken

van hun werkwijze in in het schema.

Bekijk vervolgens afbeelding 4 en 5. Vul de rest van het schema aan met wat je opvalt aan de 2 werken.

Opdracht 6

Bekijk afbeelding 13.16 in je leerboek (p. 113)

A Omschrijf in een paar zinnen wat je op deze afbeelding ziet. Je moet de volgende woorden gebruiken:

1 Kleurgebruik 5 Verfraaiing

2 Slagschaduw 6 Fantasie

3 Illusie 7 Cartoonachtig

4 Realistisch 8 Machine