Hfd-5 De Republiek, een bijzonder land
1 / 29
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Oostzee
handel
Republiek
Middellandse Zee
Slide 2 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
De centralisatie in de Nederlanden:
A
vergrootte de macht van de adel
B
vergrootte de macht van de Karel V
C
vergrootte de macht van de steden
D
vergrootte de macht van de burgers
Slide 3 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe zag de handelsroute van de VOC eruit?
Heb jij de tekst goed begrepen?
Handelsroute VOC
Slide 4 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Gewest
Landvoogd(-es)
Centralisatie
Stadhouder
Een soort provincie
Een persoon in een gewest die de koning op de hoogte houdt + voor rust en orde zorgt in het gewest.
Plaatsvervanger voor een vorst
Al het bestuur naar 1 plek brengen
Slide 5 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Handelskapitalisme =
Slide 6 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Koppel de gebeurtenis aan een jaartal.
15e eeuw
1585
1602
1621
Oprichting VOC
De Oostzeehandel gaat bloeien
Oprichting WIC
De val van Antwerpen
Slide 7 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Op welke manier zorgde de inwoners van de Republiek ervoor dat er voldoende eten was i.v.m. de toename van de bevolking?
A
We gingen graan halen uit het Oostzee gebied
B
De opslag uit grachtenpanden werd gebruikt om het tekort op te lossen
C
De boeren gingen zich specialiseren in het produceren van meer graan
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Slavernij
Slavenhandel
Slide 9 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Taken voor de heer en voor de gewesten
Taak voor de heer
Taak voor de gewesten
Belasting innen
Oorlogen voeren
Munten maken
Het bestuur in het gewest
De rechtspraak
Oorlogen betalen
Slide 10 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat waren de handelsproducten van de 'Oostzeehandel'?
A
Slaven
B
Specerijen
C
Hout en graan
D
Suiker, koffie en tabak
Slide 11 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke zinnen zijn waar?
Juist
Onjuist
A. De VOC en WIC waren handelsondernemingen.
B. Alleen de VOC mocht oorlog voeren van de overheid.
C. West-Indië ligt ten westen van India.
D. Oost-Indië ligt ten westen van India.
E. De VOC handelde in Oost-Indië.
F. De WIC handelde in West-Indië.
Slide 12 - Question de remorquage
Antwoorden:
1. fout
2. fout
3. fout
4. goed
5. goed
Sleep de onderstaande woorden naar de juiste kolom, kies uit:
- VOC, of
- WIC, of
- VOC en WIC
VOC:
WIC:
VOC en WIC:
slavenhandel
monopolie
specerijen
aandelen
Fort Elmina
driehoeks- handel
kolonialisme
Slide 13 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Driehoekshandel
Textiel en wapens
Slaven
Suiker, katoen en tabak
Slide 14 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Gouden Eeuw
Welke eeuw was de Gouden Eeuw?
Welke eeuw was de Gouden Eeuw?
A
14e eeuw
B
15e eeuw
C
16e eeuw
D
17e eeuw
Slide 15 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Centralisatie is...
A
Het ontstaan van steden
B
Ontdekken van nieuwe landen
C
Het land besturen vanuit één punt
D
Het één maken van een land door vlaggen en symbolen.
Slide 16 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Sleep de woorden/jaartallen in het juiste vakje
VOC
VOC
VOC
WIC
WIC
WIC
slaven
Specerijen
Azië
1621
1602
suiker en koffie
Slide 17 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Meeste macht in de Republiek
Best veel macht in de Republiek
Minste macht in de Republiek
Slide 18 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Waarom wordt de "Gouden Eeuw" de GOUDEN eeuw genoemd?
A
Doordat in Nederland erg veel verdiend is in deze eeuw.
B
In de kunst werd erg veel goud gebruikt.
C
Deze eeuw was Nederland leidend op veel gebieden. Bijvoorbeeld sport.
D
Het was een eeuw van grote voorspoed.
Slide 19 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Van welk land was de zonnekoning de koning?
A
Engeland
B
Nederland
C
Frankrijk
D
Duitsland
Slide 20 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Waarom noemde Lodewijk XIV (14) zich de Zonnekoning?
A
Omdat hij zich het stralende middelpunt van Frankrijk vond
B
Omdat hij erg van de zon hield
C
Omdat hij blond haar had wat hij vergeleek met de kleur van de zon
D
Omdat Frankrijk in het middelpunt van de wereld lag
Slide 21 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Ambachtslieden
Kooplieden
Regenten
Slide 22 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Waarom nam de bevolking van de Republiek toe in de Gouden Eeuw?
Noem twee redenen
Noem twee redenen
Slide 23 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
De bevolking in de steden van de Republiek steeg doordat...
A
Er veel werk was + lonen hoog
B
Er vluchtelingen naartoe kwamen
C
Hongersnood op het platteland
D
A & B zijn juist
Slide 24 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat zijn regenten?
Slide 25 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Waarom was de Republiek een bijzonder land in Europa in de 17e eeuw?
A
De bevolking bestuurde het land.
B
Het leger bestuurde het land.
C
De Republiek werd niet bestuurd door een koning.
D
De Republiek voerde nooit oorlog.
Slide 26 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wie was de "Zonnekoning"?
A
Charles de Gaulle
B
Lodewijk / Louis XIV
C
Napoléon Bonaparte
D
Le Cardinal Richelieu
Slide 27 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is absolutisme?
A
Waarbij de macht van de vorst door niets wordt beperkt
B
Waarbij de vorst moet luisteren naar de adel
C
Waarbij de macht van de adel groter is dan die van de vorst
D
Waarbij de vorst in oorlog is met heel Europa.
Slide 28 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Voor textiel, metaal, sieraden, alcohol, buskruit en wapens
Naar Amerika
de WIC
Waar werden slaven voor geruild in fort Elmina?
Nadat de slaven werden gevangen in fort Elmina, waar brachten de Nederlandse republiek dan slaven heen?
Hoe heet het bedrijf in de Nederlandse republiek die de slavenhandel organiseerde?
Slide 29 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
