Kennisquiz 3PW3A - Les 5
1 / 11
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
mening
feit
standpunt
objectief
subjctief
stellingname
kun je over discussiëren
kun je controleren
Slide 3 - Question de remorquage
Wat is een argument?
A
Een argument is bewijsbaar
B
Een argument is een reden waarom jij iets vindt
Slide 4 - Quiz
In welke zin staat een argument?
A
In de herfst vallen veel
bladeren van de bomen.
B
Ik houd van de herfst.
C
Al dat blad is gevaarlijk, want je glijdt zo uit!
D
In de herfst gaan wij graag naar het bos.
Slide 5 - Quiz
Staat hier een feit, mening of argument?
Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 6 - Quiz
Welke drogreden?
Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.
Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.
A
aanval op de persoon
B
generalisatie
C
beroep doen op de meerderheid
D
misbruik van autoriteit
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Kinderopvang moet voor alle ouders ten minste drie dagen in de week gratis worden.
A
stelling
B
standpunt
C
argument
Slide 9 - Quiz
Door kinderopvang gratis te maken wordt het toegankelijk voor ieder kind. Het is dan net als het onderwijs een publieke basisvoorziening. Bron: Groenlinks
A
stelling
B
standpunt
C
argument
