w. 40 Module 1

Module 1
Im Restaurant

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Module 1
Im Restaurant

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

TO - DO 
Voorbereiding toetsweek

- Wat moet je leren?
- Mini- toets 
- Hören

Quizziz herhaling modalverben + woordjes 

Slide 4 - Diapositive

TO - DO 
Voorbereiding toetsweek

- Oefenen voor de leestoets 
- Opdracht Oktoberfest

Quizziz herhaling modalverben + woordjes 

Slide 5 - Diapositive

Prüfungen

Week 41 Leestoets (3x)
week 45 proefwerk module 1

Slide 6 - Diapositive

Lesen
Oefenen voor de leestoets volgende week. 

Let op:
- Markeer de aanhalingstekens
- Signaalwoorden 

Begrijp eerst de antwoorden, lees dan de alinea. 
timer
40:00

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Flyer maken Oktoberfest
Canva.com
1. Waar staat de Oktoberfest?
2. Vanaf wanneer tot wanneer staat de Oktoberfest er (datum)?
3. Kledingdracht
4. Wat is er allemaal te doen?
5. Wat kunnen ze er eten?
6. Wat zijn de entreekosten
7. Openingstijden
8. Hoe ver van te voren reserveren voor een tafel
timer
30:00

Slide 9 - Diapositive

Wörter
1. Vertalen woorden naar het Duits-Nederlands 
2. Bij een omschrijving het juiste woord geven
3. In de zinnen het juiste woord opschrijven.
4. Dialoog
5. werkwoorden haben/sein/werden
6. Modalverben
7. Regel Feesttenten
8. der/die/das 
9. Leestekst 

Slide 10 - Diapositive

Wörter
1. Woordenlijsten blz. 5/6/7 tekstboek Duits-Nederlands leren.
2. Feesttenten blz. 9 /10
3. haben/werden/sein blz. 11
4. Modalverben blz. 11/12
5. der/die/das blz. 13


Slide 11 - Diapositive

Dialog
Vraag: Guten Abend. Haben Sie reserviert?

 Antwoord: Ik heb niet gereserveerd, heeft u een tafel voor 2 personen?





Slide 12 - Diapositive

Grammatik
Werkwoorden vervoegen

1.  Haben/sein en werden
2.  de regelmatige werkwoorden met feESTTENTEN
3. de Modalverben kunnen vervoegen.

4. de lidwoorden, je moet de zelfstandige naamwoorden in het juiste kader kunnen zetten (m/v/o/mv)






Slide 13 - Diapositive

Grammatik S. 17
Mannelijk - vrouwelijk - onzijdig

Karte – Mineralwasser –Restaurant- Suppe- Kellner - Verspätung - Reservierung –Mädchen - Mann - Kellnerin – Birne - Schinken – Gast – Kartoffel - Zitrone- Soße – Kuchen – Zwiebel- Gemüse



Slide 14 - Diapositive

Grammatik S. 17
Mannelijk;
Kellner / Mann/ Schinken/ Gast / Kartoffel / Kuchen / Zwiebel/
Vrouwelijk;
Karte / Suppe / Verspätung / Reservierung / Kellnerin / Birne / ZItrone / Soße 
Onzijdig;
Mineralwasser / Restaurant / Mädchen / Gemüse



Slide 15 - Diapositive

Lesen
Je krijgt een tekstje over de eetgewoontes in Duitsland. Je moet hierbij de vragen kunnen beantwoorden (zonder woordenboek)

Slide 16 - Diapositive

Lesen
Fertig? Les 6 maken
timer
40:00

Slide 17 - Diapositive

haben/sein/werden
Uit je hoofd leren.

Schrijf de rijtjes op je proefwerk!!

Slide 18 - Diapositive

Grammatik

1. Stam
2. Persoonlijk voornaamwoord
3. Vervoegen

timer
20:00

Slide 19 - Diapositive

Modalverben

1. Stam
2. Persoonlijk voornaamwoord
3. Vervoegen

timer
30:00

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Betekenis modalwerkwoorden
möchte= zou graag willen
können= kunnen
mögen = houden van
dürfen = mogen
müssen= moeten
wollen = willen 

Slide 22 - Diapositive

Flyer maken Oktoberfest
1. Waar staat de Oktoberfest?
2. Vanaf wanneer tot wanneer staat de Oktoberfest er (datum)?
3. Kledingdracht
4. Wat is er allemaal te doen?
5. Wat kunnen ze er eten?
6. Wat zijn de entreekosten
7. Openingstijden
8. Hoe ver van te voren reserveren voor een tafel
timer
30:00

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Lesen
S. 19 van je AB Aufgabe
Antwoorden 

S. 23 Arbeitsbuch 
S. 25 Text (Textbuch)






Slide 26 - Diapositive

Kijk - en luister
DUITS

Slide 27 - Diapositive

Im restaurant Dialog S. 21
Vertaal de zinnen naar het Duits



Slide 28 - Diapositive

PO Hören
timer
20:00

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Hausaufgaben
Lernen

Slide 31 - Diapositive