Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Tijdgeest: Jeugdculturen tussen 50s-80s
Mixtape 2:
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
1950-2023
Slide 3 - Diapositive
Wat weet je al van
jeugdculturen?
jeugdculturen?
Slide 4 - Carte mentale
Welvaart in de Verenigde Staten is hoog: consumptiemaatschappij
Technologische ontwikkelingen gaan snel: niet alleen in de muziek, maar ook in vervoer, media, reclame e.d.
Invloed van de VS is enorm: de 'grote bevrijder' en bondgenoot
Babyboom
De wereld na de Tweede Wereldoorlog
1950-1960
Slide 5 - Diapositive
Via Teen Magazines en films worden idolen, rolmodellen
Niet alleen idolen in de muziek, maar ook in film (James Dean)
Marketing en reclame worden belangrijk voor het verkopen van muziek en idolen
DJ's worden sterren: payola
Start van de eerste jeugdcultuur loopt synchroon met start 'witte' Rock 'n' Roll: 1954, release van Bill Haley's Rock around the Clock.
Role models
1950-1960
Slide 6 - Diapositive
Vanaf de jaren 50 gaan jongeren steeds langer naar school, waardoor ze (vaak) een hogere opleiding dan hun ouders volgen én in contact kwamen met andere ideeën.
Jongeren gaan zich steeds meer onderscheiden door hun kleding, kapsel, muziek en in de manier van omgaan met elkaar.
Ze vormen een eigen jeugdcultuur. (In Engeland bijvoorbeeld: Teddy Boys.)
Een eigen groep
1950-1960
Slide 7 - Diapositive
Ontstaan uit de Teddy Boys
Ook bekend als: Ton-Up boys ,Café Racers, Greasers (VS), Kuiven en De Dijkers (NL)
Kenmerken: motoren, leren jassen, spijkerbroeken, Brylcreem, working class
Muziekgenres: rock 'n' roll
Populaire artiesten: Eddie Cochran,Elvis Presley
Rockers
1950-1960
Slide 8 - Diapositive
Afkorting van Modernist
Ontstaan uit de Teddy Boys
Kenmerken: scooters met veel spiegels, parka's, meer modebewust
Muziekgenres: jazzmuziek, ska, rhythm and blues, beat, soul en later ook psychedelische rock
Populaire artiesten: The Who, Miles Davis, Bo Diddley
Mods
1950-1960
The Who
Slide 9 - Diapositive
1950-1960
Slide 10 - Diapositive
Meer een subcultuur dan een jeugdcultuur
Kenmerken: afkomstig uit Indonesië (zowel Indo's als Indonesiërs)
Muziekgenres: (instrumentale) rock 'n' roll (The Shadows)
Gaat langzaam over in Indopop (mede door invloed UK-bands)
Populaire artiesten: Tielman Brothers (Indorock), The Blue Diamonds (Indopop)
<1950
Indorockers
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
De Pleiners (kwamen bij elkaar op het Leidseplein in Amsterdam)
Kenmerken: kunst, filosofie, Nouvelle vague films, (tweedehands) zwarte kleding, coltrui, anti-autoriteit en tradities, avant-garde kunstenaars en schrijvers (Harry Mulisch, Simon Carmiggelt, Remco Campert)
Muziekgenres: (bebop) jazz en Franse chansons
Populaire artiesten: John Miles, John Coltrane,
<1950
Artistiekelingen
John Coltrane
Slide 13 - Diapositive
Brede sub- en jeugdcultuur (dit zijn de baby-boomers)
Kenmerken: flower-power, anti-materialistisch, pacifistisch, muziekfestivals, experimenteren met drugs, Summer of Love (1967), counterculture.
In het VK minder aanwezig: Carnaby Street was er zowel voor mods als hippies
Muziekgenres: singer-songwriter, folk-rock, psychedelische rock, raga rock
Populaire artiesten: The Grateful Dead,Jimi Hendrix, CSNY, Joni Mitchell, The Beatles,Pink Floyd.