Woensdag 10 april

Deutsch
Mittwoch, den 10. April 2023
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Deutsch
Mittwoch, den 10. April 2023

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je.....
  • een Duitse aflevering van Deutschlandlabor begrijpen en waar/niet waar vragen beantwoorden. 

  • de grammatica uit Kapitel 4 voor het formatief SO herhalen. 

  • de woordenschat uit Kapitel 4 herhalen doormiddel van de werkvorm Levend memory.  





Slide 2 - Diapositive

Was machen wir heute?
Hören
Grammatik Wiederholung 
Selbständig arbeiten 
(Levend Memory)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Grammatik Wiederholung

Slide 5 - Diapositive

Wat hebben we behandeld?

Slide 6 - Carte mentale

Wechselpräpositionen
Bij deze voorzetsels moet je kiezen tussen de derde of de vierde naamval.
3e naamval wordt gebruikt in rust of toestand. 
Wo?  - Wo bist du?                 Ich bin in der Schule

4e naamval  wordt gebruikt bij een beweging of richting. 
Wohin?- Wohin gehst du?   Ich gehe in die Schule

Slide 7 - Diapositive

Wechselpräpositionen
3e naamval   stilstand 
Wo? 

4e naamval   beweging
Wohin?
an              =       aan
auf             =       op
hinter        =       achter
in                =       in
neben       =       naast
über          =        over 
unter         =        onder
vor              =        voor
zwischen  =        tussen

Slide 8 - Diapositive

7/2 Regel
Is er geen sprake van een duidelijke plaatsbepaling? Dus een waar of waarheen?
Dan gebruik je de 7/2 regel


auf 
über
an
hinter 
in
neben 
unter 
vor 
zwischen

4e naamval
3e naamval

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Geslachten van het zelfstandige naamwoord

Slide 11 - Diapositive

Sterke werkwoorden:                                 e/i- Wechsel en a/ä- Wechsel 
Bij sterke werkwoorden kan de klinker bij de du en er/sie/es vorm in de tegenwoordige tijd veranderen
e/i- Wechsel
ich 
du 
er/sie/es 
wir
ihr 
sie/Sie
a/ä- Wechsel
esse 
isst 
isst
essen 
esst
essen
sehe
siehst
sieht
sehen
seht
sehen
fahre
fährst
fährt
fahren 
fahrt
fahren

Slide 12 - Diapositive

Grammatik E
Sterke werkwoorden

Slide 13 - Diapositive

Bij welke twee vormen verandert de klinker?
A
du en er/sie/es
B
du en wir
C
er/sie/es en ihr
D
wir en er/sie/es

Slide 14 - Quiz

Wir warten auf d........ Bus (m).
A
dem
B
den
C
der
D
die

Slide 15 - Quiz

De a klinker wordt een....
A
ü
B
ä
C
ö
D
ie

Slide 16 - Quiz

Bij een lange e klank verandert de klinker naar......
A
ie
B
i

Slide 17 - Quiz

Ich hänge das an d..... Wand (v)
A
den
B
die
C
der
D
das

Slide 18 - Quiz

Wo? vraag je bij de vierde naamval.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Bij een korte e klank verandert de klinker naar.....
A
ie
B
i

Slide 20 - Quiz

Ich bin in d..... Schule
A
den
B
die
C
dem
D
der

Slide 21 - Quiz

Levend memory

Slide 23 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je.....
  • een Duitse aflevering van Deutschlandlabor begrijpen en waar/niet waar vragen beantwoorden. 

  • de grammatica uit Kapitel 4 voor het formatief SO herhalen. 

  • de woordenschat uit Kapitel 4 herhalen doormiddel van de werkvorm Levend memory.  





Slide 24 - Diapositive

Vielen Dank für eure Aufmerksamkeit!

Slide 25 - Diapositive