2.4 Kustvormen

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Golven
Door de kracht van golven veranderen kusten voortdurend van uiterlijk -> opbouw of afbraak

3 factoren bepalen kracht en hoogte golf:

  1. De kracht van de wind
  2. De periode dat de wind waait
  3. De afstand die de golven hebben afgelegd

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De zee breekt af
Als golven in ondiep water komen, breken ze = de branding

Voorbij de branding stroomt het water het strand op.
De kracht van de terugstroom bepaalt of de kust: wordt opgebouwd (zwakke terugstroom) of wordt afgebroken (sterke terugstroom)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn twee soorten kusten
1. Afbraakkust



2. Aanslibbingskust
Er zijn twee soorten kusten:
     1. Afbraakkust                        2. Aanslibbingskust

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vormt een afbraakkust?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Een bekend voorbeeld van een afbraakkust is een klifkust.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De zee bouwt op
Bij vlakke, schuine kusten glijden golven de kuststrook op.

  1. Zand wordt afgezet: strand
  2. De kust wordt opgebouwd door een zwakke terugstroom: aanslibbingskust

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Winterstormen
Zware stormen Zuid-Engeland en Ierland:
  • Lagedrukgebieden boven de Atlantische Oceaan, ontstaan in grensgebied warme en koude lucht
  • Grootste temperatuurverschillen herfst en winter ->  grotere luchtdrukverschillen = hardere winden
  • Gevolgen: afbraak kusten en zware overstromingen


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

 B62 Hogedruk- en lagedrukgebieden

  • Hogedrukgebied:
    - teveel aan lucht
    - lucht stroomt weg
    - aanvulling door dalende lucht
    - helder weer

  • Lagedrukgebied:
    - tekort aan lucht
    - lucht stroomt toe
    - lucht stijgt op
    - bewolkt, regenachtig weer


Door verschillen in luchtdruk wordt lucht verplaatst. De verplaatsing van lucht = wind

Slide 12 - Diapositive

Beschrijving:
Hogedrukgebieden gaan gepaard met dalende luchtbewegingen, terwijl bij lagedrukgebieden de lucht stijgt. Hierdoor ontstaat er respectievelijk een overschot en tekort aan lucht. Bij lagedrukgebieden is sprake van stijgende lucht en daarmee vorming van wolken, buien en regengebieden. Onbestendig weer dus. Bij hogedrukgebieden is sprake van dalende luchtbeweging, uitdroging van lucht en vaak weinig wolken.
B70 Weerkaart
Isobaren = lijnen die plaatsen met een gelijke  luchtdruk verbinden.

H = hogedrukgebieden: droog, zonnig weer
L = lagedrukgebieden: bewolkt en regenachtig weer

Wind waait van hoge naar lage druk.
Isobaren dicht bij elkaar betekent veel wind. 

 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

afbraakkust
aanslibbingskust

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Afbrekende golven
Opbouwende golven

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de bergippen naar de juiste plaats in de afbeelding
Gletsjer
Waterval
U-dal
Meander
Afbraakkust
Delta
Aanslibbingskust
Estuarium

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Lage druk
Hoge druk
Lage
druk
Hoge druk
Lage druk

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions