Mavo klas 3 BS 5 herhalen en instructie BS 6

BS 6 Aanpassingen bij planten 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

BS 6 Aanpassingen bij planten 

Slide 1 - Diapositive

Programma deze les:
Herhalen BS 5 Interactief

Instructie BS 6 Aanpassingen van planten op omgeving

Aan het werk met opdrachten

Slide 2 - Diapositive

Welke dieren hebben vaak een gestroomlijnd lichaam?
A
landdieren
B
waterdieren
C
geleedpotigen
D
ongewervelden

Slide 3 - Quiz

zoolganger
teenganger
hoefganger

Slide 4 - Question de remorquage

Welke vogel heeft deze aanpassing aan zijn poten?
A
steltloper
B
zangvogel
C
loopvogel
D
watervogel

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van schutkleuren?
A
Zo zien de dieren er mooier uit
B
Zo zijn de dieren aantrekkelijker voor een partner
C
Zo worden dieren minder snel gezien
D
Zo worden de dieren sneller gezien

Slide 6 - Quiz

Welke aanpassing hebben de botten van vogels?
A
Ze zijn hol
B
Ze zijn flexibel
C
Ze zijn extra stevig
D
Ze zijn van kraakbeen

Slide 7 - Quiz

Snavels bij vogels

Deze vogel heeft een snavel om een grotere prooi te vangen.

Deze vogel haalt zijn voedsel uit de natte bodem.

Deze vogel kan met zijn snavel goed zaadjes open maken
d

Deze vogel zeeft het water op zoek naar kleine diertjes en plantjes.

Met deze snavel kan de vogel insecten uit boomschors halen.

Slide 8 - Question de remorquage

BS 6 Aanpassingen bij planten 

Slide 9 - Diapositive

Thema 6 BS 6 Aanpassingen bij planten
Leerdoel:

Je kunt beschrijven hoe planten zijn aangepast aan hun leefomgeving (milieu)

Slide 10 - Diapositive

Hoe komen planten aan CO2?
Via huidmondjes
Gaswisseling bij fotosynthese.
  • CO2 via de huidmondjes naar binnen.
  • Zuurstof (en waterdamp) via de huidmondjes naar buiten.

Slide 11 - Diapositive

Aanpassingen van planten aan droge omgeving: om verdamping van water tegen te gaan
Planten hebben kleine, dikke bladeren
Ze hebben groot wortelstelsel om snel water 
op te kunnen nemen
Planten hebben dik waslaagje (waterdichte vetachtige stof)
Weinig huidmondjes die vaak dieper in blad liggen
Ook hebben ze behaarde bladeren en stengel
 om uitdrogen tegen te gaan

Slide 12 - Diapositive

Hoe overleven planten droogte?
Woestijnplanten
Verdamping tegengaan
  • Vetlaagje rond de bladeren
  • Kleine blaadjes met weinig kleine huidmondjes
  • Behaarde bladeren

Water opnemen en opslaan:
  • Water opslaan in de stengel (cactus)
  • Water opslaan in kleine dikke bladeren (vetplant)

Slide 13 - Diapositive

Planten in de woestijn:
breed wortelstelsel
lange wortels
water opslaan in stengels 

Stekels zorgen voor schaduw
stekels houden luchtvast-> minder verdamping

Slide 14 - Diapositive

Aanpassingen bij planten
Ook planten die in een koude omgeving leven, zijn aangepast aan droge omstandigheden.
In de winter is het water in de grond bevroren en kunnen ze minder water opnemen.

Loofbomen-> bladeren laten vallen in herfst
Naaldbomen-> naaldvormige bladeren met dikke waslaag

Slide 15 - Diapositive

Bladeren in een vochtige omgeving
 Planten die in een vochtige omgeving leven, hebben aanpassingen:

  •  veel huidmondjes dicht aan de oppervlakte
  • grote, dunne bladeren
  • een dunne waslaag (vetachtige stof)



Slide 16 - Diapositive

Waterplanten:
In de afbeelding links zie je waterlelies. Waterlelies groeien in water van maximaal 4 meter diep.

De wortels zitten vast in de bodem en de bladeren drijven op het water.
Met het wortelstelsel nemen ze voedingsstoffen op die ze nodig hebben voor de groei.
Luchtkanalen in stengels voorzien wortelcellen van zuurstof

Slide 17 - Diapositive

Planten hebben licht nodig!
Planten doen aan fotosynthese.
Er zijn zon- en schaduwplanten.

Schaduwplanten bloeien vroeg in voorjaar-> geen bladeren aan bomen

Slide 18 - Diapositive

Klimplanten
Klimplanten houden zich met hechtwortels vast aan muren en andere planten.

Sommige klimplanten nemen voedingsstoffen op uit de plant waarop ze groeien. 

Klimplanten groeien snel. Hoogte-> meer licht.

Sommige klimplanten hebben geen hechtwortels, maar houden zich vast met ranken.

Slide 19 - Diapositive

Aan het werk:
Lezen BS 6

Maken opdrachten: 1, 2, 3, 5, 6, 7

Slide 20 - Diapositive