Chapitre 4 2HV 2023

Programme
Chapitre 4: Révision
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programme
Chapitre 4: Révision

Slide 1 - Diapositive

Herhalingshoofdstuk
Uit de hoofdstukken 1, 2, 3
  • grammaire
  • vocabulaire
  • leesvaardigheid: tekstbegrip


Slide 2 - Diapositive

Les objectifs du cours de français
Aan het einde van de les weet je wat wat de toetsstof is oefen je met de grammatica.


Programme
1) Toetsstof
2) (Zelf) oefenen met de grammatica
Volgende lessen: 
Oefenen met woordenschat en teksten

Slide 3 - Diapositive

Toetsstof
Iedereen schrijft de toetsstof op
Leestoets + woordjestoets Chapitre 1 t/m 3: 
alle woordjes van Chapitre 1 t/m 3 (Frans – Nederlands)

Slide 4 - Diapositive

Passé composé
Pers.vnw
Hulp.ww
Volt.dw
J' (ik)
ai
dansé
Tu (jij)
as
dansé
Il/elle/on (hij/zij/wij)
a
dansé
nous (wij)
avons
dansé
Vous (jullie/u)
avez
dansé
Ils/elles (zij)
ont
dansé
Ik heb gedanst.
Verleden tijd: passé composé 
Passé composé

Slide 5 - Diapositive

Het aanwijzend voornaamwoord
enkelvoud
meervoud
mannelijk
ce
ces
mannelijk met stomme h of klinker
cet
ces
vrouwelijk
cette
ces

Slide 6 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord
Wat is een bijvoeglijk naamwoord en waar zegt het iets over?

Slide 7 - Diapositive

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 8 - Diapositive

Pouvoir / vouloir

Slide 9 - Diapositive

AU TRAVAIL  
timer
20:00
Wat?
Hoe?
Wat doe je?
Eerder klaar?
Chapitre 4: Le Pont
Chapitre 1
Ex 4a/b/c
Ex 5a/b/c
Chapitre 1 et 2
Ex 10a
Ex 11a/b
Chapitre 1 à 3
Ex 16a/b
Ex 17a/b/c


Eerst zelf 
Dan overleg met je buurmens
Fluisteren
Slimstampen/
Studygo 
Chapitre 1, 2 et 3

Slide 10 - Diapositive

Exit ticket
Zet je naam op een blaadje, geef antwoord op onderstaande vragen en lever het bij je docent in. 

1) Wat is de leerstof voor de toetsweek? 
2) Wat heb je vandaag geleerd? 
3) Welke vraag wil je de volgende les stellen? 

Slide 11 - Diapositive

Waar is de juiste uitgang ?
A
Le cours d'histoire commencent
B
Le cours de maths commences
C
Le cours de français commence
D
Le cours de musique commencez

Slide 12 - Quiz

Je veux
Tu veux
Il veut
Elle veut
Nous voulons
Vous voulez
Ils/elles veulent
Ik wil
Jij wilt
Hij wil
Zij wil
Wij willen
Jullie willen
Zij willen

Slide 13 - Question de remorquage

Je peux
Tu peux
Il peut
Elle peut
Nous pouvons
Vous pouvez
Ils/elles peuvent
Ik kan
Jij kan
Hij kan
Zij kan
Wij kunnen
Jullie kunnen
Zij kunnen

Slide 14 - Question de remorquage

Zet het werkwoord in de présent.
Vous (vouloir)
A
peut
B
peuvent
C
voulons
D
voulez

Slide 15 - Quiz

Zet het werkwoord in de présent.
Elle (vouloir)
A
voulons
B
veux
C
voulu
D
veut

Slide 16 - Quiz

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een...
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijwoord
D
voorzetsel

Slide 17 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
la _________________ maison
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 18 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
les amis _____________________
A
américain
B
américaine
C
américains
D
américaines

Slide 19 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
une personne __________________
A
élégant
B
élégante
C
élégants
D
élégantes

Slide 20 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
Mon _________________ copain
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 21 - Quiz

Sleep het aanwijzend voornaamwoord naar het juiste vakje
Mannelijke woorden
Mannelijke woorden met een klinker of stomme h
Vrouwelijke woorden
Alle woorden in het meervoud
Ces
Cet
Ce
Cette

Slide 22 - Question de remorquage

Sleep de woorden naar het juiste aanwijzende voornaamwoord (2 per vak)
Ce
Cet
Cette
Ces
table
mur
animal
portables
fille
chaussures
homme
bureau

Slide 23 - Question de remorquage

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
A
duidt een persoon, dier of ding aan
B
geeft aan van wie iets is.

Slide 24 - Quiz

de Bezittelijke Voornaamwoorden enkelvoud
Maak de juiste combinaties.
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
  mon
 ton
  son
  ta
  tes
  mes
  ses
   ma
  sa

Slide 25 - Question de remorquage

de Bezittelijke Voornaamwoorden meervoud
Maak de juiste combinaties.
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
    nos
  votre
   leur
   notre
      vos
    leurs

Slide 26 - Question de remorquage

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
un frère
ma
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 27 - Question de remorquage

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
une piscine
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 28 - Question de remorquage

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
les livres 
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 29 - Question de remorquage