Bastante bien

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Aangeven in welke mate iets het geval is

Zinnen in het Spaans schrijven

Hablar

1. eten
2. praten
3. leven

vervoeging van Leer (ik vorm)

1. lee
2. lees
3. leo

cantar

1. willen
2. zingen
3. dansen

Bailar

1. willen
2. zingen
3. dansen

comprender

1. begrijpen
2. schrijven
3. praten

Frases (zinnen)

Hablo inglés muy bien.

leo en francés bastante bien

comprendo un poco el portugués

Canto regular

Bailo salsa muy mal

No habla nada de ruso

Antwoorden

¿qué idiomas hablas?

Zinnen in het Spaans

Onderwerp+ pv (werkwoord vervoegd) rest ( zelf.naam.+bn)

Yo vivo en Roosendaal

Hablo español y holandés

Quiero estudiar español para viajar a España

Zinnen maken 

Ik wil lezen

Zij maakt veel foto's

Ik wil met mijn vrienden uitgaan. 

Ik wil Barcelona bezoeken

Respuestas

Ejercicios

Libro de ejercicios, pag. 16: Ejercicio 8, 10, 11 , 12 y 13