Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Periodieke grafieken
Periode
Frequentie
Amplitude
Evenwichtsstand
Slide 1 - Diapositive
Bepalen periode
In de vorige paragraaf (en lessonup) heb je geleerd hoe je de lengte van een periode bepaalt: in de grafiek kijk je welk stukje je kunt herhalen om de gehele grafiek te krijgen.
Slide 2 - Diapositive
Voorbeeld bepalen periode
In de grafiek hieronder neem je een willekeurig punt (bijvoorbeeld t=6). Vanaf dat punt volg je de grafiek totdat je weer op een punt komt waar de grafiek zich herhaalt (in dit geval t = 18).
De periode is dan 18 - 6 = 12 seconden.
Slide 3 - Diapositive
Bepalen frequentie
Een frequentie is het aantal keren dat een periode in een bepaalde tijdsperiode zit.
In de vorige dia was de periode 12 seconden. In één minuut (60 seconden) komen dus 5 perioden voor (60 : 12 = 5). De frequentie per minuut is dus 5.
Je kunt ook de frequentie bepalen per uur. In één uur zitten 60 x 60 = 3600 seconden. 3600 : 12 = 300. De frequentie per uur is dus 300.
Slide 4 - Diapositive
Bepaal de periode van de grafiek hiernaast.
Slide 5 - Question ouverte
Bereken de frequentie per minuut.
Slide 6 - Question ouverte
Bereken de frequentie per minuut.
Slide 7 - Question ouverte
Evenwichtsstand
Elke periodieke grafiek heeft een evenwichtsstand. Deze is te berekenen door het gemiddelde te nemen van de hoogste en de laagste waarde in de grafiek.
Voorbeeld:
Heeft de periodieke grafiek een hoogste waarde van 20 en een laagste waarde van 4
dan is de evenwichtsstand (20 + 4) : 2 = 12
Slide 8 - Diapositive
Een periodieke grafiek heeft een hoogste waarde van 32 en een laagste waarde van 5. Bereken de evenwichtsstand.
Slide 9 - Question ouverte
Een periodieke grafiek heeft een hoogste waarde van 15 en een laagste waarde van -3. Bereken de evenwichtsstand.
Slide 10 - Question ouverte
Bereken de evenwichtsstand van de periodieke grafiek hiernaast.
Slide 11 - Question ouverte
Bereken de evenwichtsstand van de periodieke grafiek hiernaast.
Slide 12 - Question ouverte
Amplitude
Wanneer je de evenwichtsstand hebt berekend kun je vervolgens de amplitude berekenen. De amplitude is de afstand van de evenwichtsstand tot het hoogste of laagste punt in de grafiek.
Slide 13 - Diapositive
Voorbeeld amplitude berekening
Een periodieke grafiek heeft een maximumwaarde van 16 en een minimumwaarde van 2.
De evenwichtsstand is dan (16 + 2) : 2 = 9
De amplitude is dan
16 (= hoogste waarde) - 9(= evenwichtsstand) = 7
Slide 14 - Diapositive
Een periodieke grafiek heeft een periode van 4 minuten, een hoogste waarde van 35 en een laagste waarde van 15. Bereken de frequentie per uur, de evenwichtsstand en de amplitude. Schrijf ook je berekeningen op.
Slide 15 - Question ouverte
Bereken: frequentie per dag, evenwichtsstand en amplitude.
Slide 16 - Question ouverte
Bereken de frequentie per minuut
Slide 17 - Question ouverte
Bereken de frequentie per minuut, de evenwichtsstand en amplitude.