donderdag 23 februari 2023 2e uur 2A

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Welkom bij Nederlands!
- ga rustig zitten
- leg je boek en etui klaar
- 10 minuten lezen



 

timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Voorjaarsvakantie-
inluid-QUIZ!

Slide 3 - Diapositive

1. Waarom viert men carnaval?
A
Het is een feest vóór de vastenperiode.
B
Het is de vastenperiode voor Pasen.
C
Het is om verboden dingen te mogen doen.
D
Het is een viering na de Kerst.

Slide 4 - Quiz

2. Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel

Slide 5 - Quiz

4. Welke stad heet
Oeteldonk?
A
Oosterhout
B
Bavel
C
Eindhoven
D
Den Bosch

Slide 6 - Quiz

6. Rob Kemps, bekend van Snollebollekes werd dit jaar plotsklaps nog bekender. Waardoor?
A
Hij won 'Wie is de Mol'
B
Hij won 'De slimste mens'
C
Hij won 'Expeditie Robinson'
D
Hij won een Guinness book of records award

Slide 7 - Quiz

Voorjaarsquiz
Weetjes algemeen...?

Slide 8 - Diapositive

3. Klassieke taal: welk automerk betekent in het Latijn: "ik hoor"?
A
Mercedes
B
BMW
C
Audi
D
Lexus

Slide 9 - Quiz

6. wiskunde: Hoeveel stippen heeft een dobbelsteen?
A
21
B
24
C
27
D
29

Slide 10 - Quiz

7. geschiedenis:
Welke kleur had Coca Cola oorspronkelijk?
A
groen
B
rood
C
blauw
D
zwart

Slide 11 - Quiz

10. Som: Hoeveel wenkbrauwen hebben Bert en Ernie samen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Voorjaarsvakantie
Snelle-vragen-laatste-ronde

Slide 14 - Diapositive

Waar of niet Waar?
10 seconden per vraag

Slide 15 - Diapositive

1. Flamingo's zijn blind, ze kunnen goed vissen omdat ze erg goed kunnen ruiken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

2. Amerika telt 53 staten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

3. Een Engelse mijl is ongeveer 1,6 kilometer
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

4. Het Romeinse cijfer D is 500
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

6. Linkshandige mensen leven langer dan rechtshandige mensen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Lien