Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Hoofdstuk 6 - woorden met tie aan het einde.
hoofdstuk 6
woorden met tie aan het einde
dit hoofdstuk gaan over woorden met tie aan het einde.
je oefent met de uitspraak en de spelling van zulke woorden.
1 / 29
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Cette leçon contient
29 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
hoofdstuk 6
woorden met tie aan het einde
dit hoofdstuk gaan over woorden met tie aan het einde.
je oefent met de uitspraak en de spelling van zulke woorden.
Slide 1 - Diapositive
opdracht 1
lees de volgende woorden hardop. Spreek ze duidelijk uit.
vakantie - attentie - reactie - administratie - reparatie - redactie
motivatie - relatie - conditie - politie - justitie - buurtpreventie.
Slide 2 - Diapositive
Ik vond zijn _____ erg overdreven.
Slide 3 - Question ouverte
veel sporters hebben een goede ________
Slide 4 - Question ouverte
Cynthia heeft een ______ met Dennis.
Slide 5 - Question ouverte
De auto gaat naar de garage voor een ________
Slide 6 - Question ouverte
In onze buurt is het veilig. We hebben namelijk ______
Slide 7 - Question ouverte
opdracht 3
schrijf 5 woorden met tie aan het einde.
Slide 8 - Carte mentale
opdracht 4
vul de namen van de vakanties in. vul ook in in welke maan de vakantie is.
schrijf de hele zin op!
Slide 9 - Diapositive
De kerst______ is in __________.
Slide 10 - Question ouverte
De zomer______ is in __________.
Slide 11 - Question ouverte
De herfst______ is in __________.
Slide 12 - Question ouverte
De mei______ is in __________.
Slide 13 - Question ouverte
De voorjaars______ is in __________.
Slide 14 - Question ouverte
opdracht 5
zet de lettergrepen in de goede volgorde.
Slide 15 - Diapositive
di-tie-rec
Slide 16 - Question ouverte
tie-func
Slide 17 - Question ouverte
o-tie-ra-pe
Slide 18 - Question ouverte
fec-tie-in
Slide 19 - Question ouverte
tie-re-dac
Slide 20 - Question ouverte
in-tie-ma-for
Slide 21 - Question ouverte
tie-ac
Slide 22 - Question ouverte
ta-tie-pres
Slide 23 - Question ouverte
trak-tie-ta
Slide 24 - Question ouverte
tie-por
Slide 25 - Question ouverte
tie-re-ac
Slide 26 - Question ouverte
ver-ad-ten-tie
Slide 27 - Question ouverte
tra-tie-di
Slide 28 - Question ouverte
va-tie-kan
Slide 29 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Hoofdstuk 6 - woorden met tie aan het einde.
Décembre 2021
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
les 5 en 6
Décembre 2022
- Leçon avec
11 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 7
René bday
Septembre 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Welzijn
WO
Studiejaar 1
Gamenight
Septembre 2020
- Leçon avec
34 diapositives
Beveiliging
MBO
Studiejaar 3
Hoofdstuk 6 : In een restaurant
Janvier 2023
- Leçon avec
35 diapositives
NT2
Hoger onderwijs
vraagwoorden bijvoeglijke naamwoorden
Mai 2018
- Leçon avec
32 diapositives
nt2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Google Classroom
Septembre 2022
- Leçon avec
19 diapositives
ICT and computer science
Secondary Education
Age 12
vraagwoorden en sinterklaas
Novembre 2018
- Leçon avec
18 diapositives