Lesson 4: woordenboek

Exam prep lesson 4: woordenboek
Dictionary EN-NE
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Exam prep lesson 4: woordenboek
Dictionary EN-NE

Slide 1 - Diapositive

Let's practise together
We'll go through reading strategies and practicse using the dictionary together. 

I will give you tips and tricks on how to use the dictionary

Slide 2 - Diapositive

Independent practice
Study using:
  1.  https://examenflow.nl (sign up & go to: examen maken)
  2. Eindexamensite ( go to: M42 & M43)
  3. readtheory.org (sign up with the code:  M42: HU8NKAAE
M43: QCETRYY2)



Slide 3 - Diapositive

Another subject
You are totally going to nail this! 

Work on another subject that needs your attention.
Tell me about your plan and progress. 

Slide 4 - Diapositive

Tips woordenboek

  • Bekijk eerst of je de betekenis kunt raden door de andere woorden.

  • Bekijk of het woord op een ander woord lijkt.
  • Zoek het basiswoord. (slow ipv slowly, extend ipv extended)
  • Let op :Er staan vaak meerdere betekenissen - hier komt straks meer uitleg over.
  • Oefen met het woordenboek dat je op je examen gaat gebruiken.

Slide 5 - Diapositive

Let's read

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Now translate with the help of the picture (or your dictionary)
1. I'm breaking up with you, pack your bags!
2. Pack one bag for the trip.
3. We are hunting with a pack.
4. The printer has packed up again.

Slide 12 - Diapositive

Answers:
1. I'm breaking up with you, pack your bags! (pak je spullen in / ga weg)
2. Pack one bag for the trip. (pak één tas in)
3. We are hunting with a pack of hounds. (meute jachthonden)
4. The printer has packed up again. (is er weer mee opgehouden)

Slide 13 - Diapositive

Controlevragen bij woordenboekgebruik
  1. Zoek ik een werkwoord (OV WW of ONOV WW) / zelfstandig naamwoord (ZN) / bijvoegelijk naamwoord (BNW), enz.
  2. Past de eerste betekenis het beste bij mijn zin, of moet ik verder lezen? Kijk ook naar de voorbeelden
  3. Is er een combinatie van ww + voorzetsel? Die staan op alfabetische volgorde 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Zoek ze op en schrijf de vertaling op.

Slide 16 - Question ouverte

has embarked                 =   is begonnen met
covert mission                =   geheime missie
(to) rid                                =   je ergens van ontdoen/afkomen
include                              =   omvatten, betrekken
posing as                          =   zich voordoen als
other reasons include  =   andere redenen zijn
offspring                           =   nageslacht, kinderen
admitting                         =    toegeven

Let op! als er -ing achter staat, is het HELE ww zonder -ing  
->dus je zoekt op       admit= toegeven



Slide 17 - Diapositive

Put into alphabetical order:
1. photography 2. photographic 3. photograph 4. photographer 5. photogenic
A
3 - 5 - 1 - 4 - 2
B
5 - 3 - 4 - 2 - 1
C
3 - 1 - 2 - 4 - 5
D
5 - 1 - 3 - 4 - 2

Slide 18 - Quiz

Put into alphabetical order:
1. gorgeous 2. gorilla 3. grand 4. great 5. group
A
2 - 1 - 3 - 5 - 4
B
3 - 2 - 1 - 4 - 5
C
1 - 2 - 3 - 4 - 5
D
1 - 3 - 2 - 5 - 4

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive