1.3 Les 4 Gesprekken voeren_voorbereiden examen

Nederlands
Gesprekken voeren
1.3 Les 4
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands
Gesprekken voeren
1.3 Les 4

Slide 1 - Diapositive

Programma
Periodeplanning
Terugblik
Inspiratie
Stellingen
Voorbereiden examen
Evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Les
Inhoud
1 - wk 10
2 - wk 11
Les 1 Theorie gesprekken voeren toepassen
3 - wk 12
Les 2 Theorie gesprekken voeren toepassen + uitleg inhoud examen
4 - wk 13
Les 3 Theorie gesprekken voeren toepassen / Voorbereiden examen
Teamdag
-
5 - wk 15
Voorbereiden examen gesprekken voeren 3F
6 - wk 16
Examen Gesprekken voeren 3F tweetal
Bijzondere lesweek
-
Meivakantie (2 weken)
-
7 - wk 20
Examen Gesprekken voeren 3F tweetal
2e Pinksterdag
Examen Gesprekken voeren 3F tweetal
8 - wk 22
9 - wk 23
10 - wk 24
11 - wk 25
12 - wk 26
Bijzondere lesweek

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Het overleg duurt minimaal .....
A
6
B
8
C
10
D
12

Slide 5 - Quiz

Bij de discussie begint de student die....
A
voor de stelling is
B
tegen de stelling is

Slide 6 - Quiz

Hoe meer feiten hoe sterker je argument
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

In een discussie komen geen meningen voor.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

De discussie over 2 stellingen duurt minimaal:
A
5 minuten
B
8 minuten
C
10 minuten
D
15 minuten

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Onderdeel 1: overleg 
Voorafgaand aan het examen krijg je 5 minuten om de opdracht te lezen en aantekeningen te maken. Je mag het blad met aantekeningen gebruiken tijdens het examen.

Situatie:
Je hebt je samen met je medestudent opgegeven voor het organiseren van een introductiedag voor 50 eerstejaars studenten van jouw opleiding. 

Slide 12 - Diapositive

Onderdeel 2: de discussie
De discussie voer je met een klasgenoot. Jullie discussiëren tien minuten over twee stellingen (5 minuten per stelling). Voor het examen is afgesproken wie voor- en tegenstander is.

Voor of tegen...
Ben jij voor de eerste stelling dan begin jij en sluit je de discussie ook af (met een conclusie).
Vervolgens opent de andere kandidaat de tweede stelling en sluit deze, na de discussie, ook af met een conclusie.

Slide 13 - Diapositive

Onderdeel 2: de discussie (vervolg)
 Tijdens de discussie word je beoordeeld op de volgende inhoudskenmerken:

  • Geef aan over welke stelling je het gaat hebben (beeldvorming)
  • Geef minimaal twee argumenten (voor of tegen) (inventariseren)
  • Noem minimaal twee voorbeelden om je argumenten kracht bij te zetten
  • Luister goed naar de twee tegenargumenten van je medekandidaat en bespreek met elkaar wie de sterkste argumenten heeft (reageren)
  • Trek samen een conclusie. Zijn jullie het eens geworden? (besluiten)

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Inspiratie voor het overleg

Studiereader 3F
Thema 4
Hoofdstuk 6, theorie 4

Maak aantekeningen.

Slide 16 - Diapositive

Inspiratie voor de discussie

Studiereader 3F
Thema 4
Hoofdstuk 6 Theorie 2

Noteer de tips en de tops. Wat neem jij mee naar jouw examen?

Slide 17 - Diapositive

Aan de slag
  • Je oefent het gesprekexamen met je gesprekspartner.

  • Stelling 1: "Maak vaccinatie verplicht voor toegang tot kinderopvang."
  • Stelling 2: Keuze uit de 4 gegeven stellingen.

Slide 18 - Diapositive

Kies een tweede stelling:
  1. Mensen met een ongezonde levensstijl moeten een hogere zorgpremie betalen.
  2. Vliegen binnen Europa moet verboden worden.
  3. Het puntenrijbewijs moet voor iedereen gelden.
  4. Accounts van influencers die nepnieuws verspreiden, moeten tijdelijk gedeactiveerd worden.

Slide 19 - Diapositive

Voorbereiding discussie
De voorstander van de eerste stelling begint het gesprek. 
Bij de tweede stelling zijn de rollen omgekeerd.

  • Geef aan over welke stelling je het gaat hebben 
  • Benoem je standpunt
  • Geef minimaal twee argumenten voor.
  • Noem minimaal twee voorbeelden om je argumenten kracht bij te zetten
  • Luister goed naar de 2 tegenargumenten van je medekandidaat en bespreek met elkaar wie de sterkste argumenten heeft.
  • Trek samen een conclusie. Zijn jullie het eens geworden? 
  • Kandidaat twee brengt stelling 2 in. 
  • Geef aan over welke stelling je het gaat hebben.
  • Benoem je standpunt.
  • Etc. 
  • Let op: zorg ervoor dat je zoveel mogelijk onderbouwing vindt bij je standpunt.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Het examen
  • Planning
  • Examen volgens planning (let op tijd!)
  • Aanwezigheid + inzet belangrijk
  • Een gesprekspartner ziek / afwezig -> z.s.m. contact zoeken met docent!
  • Eventuele herkansing: eind dit schooljaar (o.v.b.) of volgend schooljaar

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive