2.6 Zien via spiegels

2.6 Leerdoelen deze les:
Je kan construeren welk gebied je waarneemt als je via een vlakke, holle of bolle spiegel ergens naar kijkt;

Je kan uitleggen waar en waarom holle en bolle spiegels worden toegepast.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

2.6 Leerdoelen deze les:
Je kan construeren welk gebied je waarneemt als je via een vlakke, holle of bolle spiegel ergens naar kijkt;

Je kan uitleggen waar en waarom holle en bolle spiegels worden toegepast.

Slide 1 - Diapositive

Voorkennis ophalen

Slide 2 - Diapositive

Spiegelwet
De spiegel weerkaatst de lichtstraal zo, dat de hoek waaronder het licht op de spiegel valt precies gelijk is aan de hoek waarmee het licht weer van de spiegel weggaat. Dit heet de spiegelwet:

hoek van inval (i) = hoek van terugkaatsing (t) → ∠i = ∠t.

Slide 3 - Diapositive

een holle spiegel heeft een convergerende werking (stralen gaan naar elkaar toe)

Slide 4 - Diapositive

een bolle spiegel heeft een divergerende werking (stralen gaan uit elkaar)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Nieuwe lesstof
Welk gebied kan je zien via een spiegel? 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Welke toeschouwer(s) in de afbeelding kan (kunnen) het spiegelbeeld van het voorwerp volledig zien?

Slide 9 - Diapositive

Tip: teken het spiegelbeeld

Slide 10 - Diapositive

Tip: teken het spiegelbeeld

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

de rode lijnen zijn kijklijnen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

holle spiegel
Overigens kun je je in zo’n spiegel alleen vergroot zien als je je oog dicht bij de spiegel houdt. Als je je oog verder weg houdt, zie je jezelf juist weer verkleind ... en op zijn kop.

Slide 15 - Diapositive

Oefenen met de lesstof
Maken opgave 60 tm 63
Leren hele hoofdstuk 
Volgende les oefentoets

Slide 16 - Diapositive

2.6 Je kan nu:
construeren welk gebied je waarneemt als je via een vlakke, holle of bolle spiegel ergens naar kijkt;

uitleggen waar en waarom holle en bolle spiegels worden toegepast.
1 vinger= ik moet nog oefenen, 2 vingers= ik ben er bijna,
3 vingers= ik kan het

Slide 17 - Diapositive