Kerstkwis

Jaarafsluiting klassen STB23


JAARAFSLUITING KLAS
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
MediawijsheidMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Jaarafsluiting klassen STB23


JAARAFSLUITING KLAS

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent voor jullie Kerst en Oud en Nieuw?

Slide 2 - Sondage


In welk seizoen valt Kerst?
A
Herfst
B
Winter
C
Lente
D
Zomer

Slide 3 - Quiz

Wat is het onderwerp in de zin: De kerst is een tijd van gezelligeid
A
gezelligheid
B
de kerst
C
is
D
een tijd

Slide 4 - Quiz

Dit eten veel mensen met Kerst. Wat is dit?
A
Kip
B
Haan
C
Kalkoen
D
Eend

Slide 5 - Quiz

Waarom vieren de mensen in Senegal geen kerst?
A
Het is daar te warm
B
Ze hebben geen geld om kerst te vieren
C
Senegal is een islamitisch land
D
Ze vieren dat daar een half jaar later

Slide 6 - Quiz

Wanneer is het eerste Kerstdag
A
24 december
B
25 december
C
26 december
D
27 december

Slide 7 - Quiz

De politiek is onze volksvertegenwoordiging. Hoe wordt de volksvertegenwoordiging gekozen?
A
Door de regering
B
Door de burgemeester
C
Door de burgers
D
Door de gemeente

Slide 8 - Quiz

Hoeveel dagen zitten er tussen kerst en oud en nieuw
A
4 dagen
B
5 dagen
C
6 dagen
D
7 dagen

Slide 9 - Quiz

Wat vieren we eigenlijk met kerst?
A
Dat Maria geboren is
B
Dat Maria een zoontje heeft gekregen
C
Dat Maria een dochtertje heeft gekregen
D
Dat God is geboren

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Hoeveel koekjes zag je op het vorige plaatje?
A
4 koekjes
B
6 koekjes
C
5 koekjes
D
7 koekjes

Slide 12 - Quiz

Waar woont de kerstman?
A
Noordpool
B
Nederland
C
Spanje
D
Amerika

Slide 13 - Quiz

Is het 'de' of 'het'
_____Kerstboom
A
Het
B
C
D
De

Slide 14 - Quiz

In welk land vieren ze geen kerst
A
Egypte
B
Duitsland
C
België
D
Frankrijk

Slide 15 - Quiz

Wat is het oudste kerstliedje?
A
Last Christmas
B
All i want for Christmas
C
Christmas time
D
Jingle Bells

Slide 16 - Quiz

Hoeveel procent van de wereldbevolking viert kerst?
A
20%
B
30%
C
35%
D
40%

Slide 17 - Quiz

Hoe zeg je in het Engels
'Fijne Kerst'
A
Merry Kerst
B
Merry Xmas
C
Merry Christmas
D
Ben slecht in Engels

Slide 18 - Quiz

In China vieren ze op een andere dag Nieuwjaar?
A
B
Waar
C
Niet Waar

Slide 19 - Quiz

UIt welke traditie is de Kerstman ontstaan?
A
Een oude burgemeester die zijn inwoners kadootjes gaf
B
Een oude man die rond Kerst al zijn bezittingen weggaf
C
Sinterklaas
D
Paashaas

Slide 20 - Quiz

Een traditie van Nederlandse mensen is dat zij..........eten met Oud en Nieuw
A
Pepernoten
B
Pizza
C
Stampot
D
Oliebollen

Slide 21 - Quiz

Wanneer mag je in Nederland officieel vuurwerk afsteken?
A
Op 31 December van 18.00 tot 1 januari 02.00 uur.
B
Op 31 December en 1 januari
C
Op 1 januari de hele dag
D
Op 31 december van 22.00 uur tot 02.00 uur

Slide 22 - Quiz

Wat is een traditie in Nederland op nieuwjaarsdag?
A
Verkleden
B
Schaatsen
C
zwemmen
D
Wandelen

Slide 23 - Quiz

Hoeveel zijn 1003 kertbomen plus 2004 kerstbomen?
A
3006
B
2005
C
3007
D
3008

Slide 24 - Quiz

Hoeveel Euro geeft de gemiddelde Nederlander uit aan vuurwerk?
A
20-40 Euro
B
40-60 Euro
C
60-80 Euro
D
Meer dan 100 Euro

Slide 25 - Quiz

De kerstman heeft 40 kerstkoekjes die hij verdeeld over 8 kinderen. Hoeveel koekjes krijgt elk kind?
A
4 koekjes
B
5 koekjes
C
6 koekjes
D
Geen 1 koekje

Slide 26 - Quiz


In Australië vieren ze kerst in de ...
A
lente
B
zomer
C
herfst
D
winter

Slide 27 - Quiz

Moeder koopt een kerstboom van 1 meter en 6 decimeter. Hoeveel centimeter is dat?
A
106 cm
B
610 cm
C
160 cm

Slide 28 - Quiz

Nederland is een
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Republiek
D
Eiland

Slide 29 - Quiz

Wat is het onderwerp in de zin: De kerstman loopt met zijn rendieren door de sneeuw.
A
de kerstman
B
zijn rendieren
C
loopt
D
door de sneeuw

Slide 30 - Quiz


Hoe zeg je ‘Fijne Kerst’ in het Engels?
A
Jolie Christmas!
B
Nice Christmas!
C
Happy Christmas!
D
Merry Christmas!

Slide 31 - Quiz


Waar gaan sommige mensen heen op kerstavond?
A
De kerk
B
Naar huis
C
De school
D
Geen idee

Slide 32 - Quiz

Ik koop 8 kerstballen voor 32 euro. Hoeveel euro kost een kerstbal?
A
24 euro
B
6 euro
C
4 euro
D
3 euro

Slide 33 - Quiz

In de kerstboom hangen 60 kerstballen. Dit is 25% van de kerstballen.
Hoeveel ballen hangen er in de boom, als de boom klaar is (100%)?
A
180 ballen
B
75 ballen
C
120 ballen
D
240 ballen

Slide 34 - Quiz

Waar proosten Nederlanders vaak mee met Oud op Nieuw?
A
Bier
B
Wijn
C
Champagne
D
Limonade

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Diapositive

Wat is een 'democratie'?
A
Een land waarbij 1 persoon de macht heeft
B
Een land waar een kleine groep de macht heeft
C
Een land waarbij de bevolking kiest wie de macht heeft
D
Een land zonder regering

Slide 37 - Quiz

Wat gaan we vrijdag doen?
A
zwemmen
B
dansen
C
schaatsen
D
bowlen

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Diapositive