2m woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welkom 2Mb!

Woordsoorten
lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel en persoonlijk voornaamwoord

Lidwoord

de, het en een

het: als het hoort bij een zelfstandig naamwoord

Het regent al dagen.

Het grote ski-evenement werd afgelast.

een: als het uitgesproken wordt als 'un'

Vb. Een van de leerlingen kwam te laat.

       Ik heb een rondje gelopen. 

Zelfstandig naamwoord

Dit is een woord waar je (meestal) een lidwoord voor kunt zetten.

Vaak een dier, ding, plant of mens. 

Alle namen van mensen, merken, steden etc. zijn altijd zelfstandige naamwoorden.

Vb. de vrede

       een auto

Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. 

Vb.   De bewaarde toets

         Het donkere steegje

 

Voorzetsel

Een woord dat je op de puntjes kan zetten bij een van de twee zinnetjes die hieronder staan.

... het feest      of    ... de kast

Vb.   Tijdens het concert viel de stroom uit.

         Niemand had meer iets van hem gehoord tijdens de les. 

 

Persoonlijk voornaamwoord

Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar een persoon, een groep personen, voorwerpen of onzichtbare zaken. Jekan altijd een naam of namen invullen op de plaats van het pers. vnw.  

Leer de volgende persoonlijke voornaamwoorden uit je hoofd:

ik, jij, je, u, hij, zij, ze, het, wij, jullie, mij, me, jou, je, u, hem, haar, ons, hun, hen

Vb. Hij heeft mij een nieuwe fiets gegeven. 

 

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

(Ik) geef de werkboeken bij mijn docent af.

1. zn
2. bn
3. pers.vnw.
4. vz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

(Het) sneeuwt gelukkig niet meer.

1. zn
2. lw
3. pers.vnw.
4. vz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Met een (rode) pen kijk ik mijn werk na.

1. zn
2. lw
3. pers.vnw.
4. bn

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Met een rode pen kijk ik mijn (werk) na.

1. zn
2. lw
3. pers.vnw.
4. bn

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

(Met) een rode pen kijk ik mijn werk na.

1. zn
2. lw
3. vz
4. bn

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

(Melissa) en Anna hebben het huiswerk in hun agenda geschreven.

1. zn
2. lw
3. vz
4. bn

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Melissa en Anna hebben het huiswerk (in) hun agenda geschreven.

1. zn
2. lw
3. vz
4. bn

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Melissa en Anna hebben het huiswerk in hun (agenda) geschreven.

1. zn
2. pers.vnw.
3. vz
4. bn

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Ik wil graag (een) dag vrij na de vakantie.

1. vz
2. pers.vnw.
3. lw
4. bn

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Ik wil graag een dag vrij (na) de vakantie.

1. vz
2. pers.vnw.
3. lw
4. bn

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

(Hij) wil graag een dag vrij na de vakantie.

1. vz
2. pers.vnw.
3. lw
4. bn

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Wil (jij) de telefoon in je nieuwe tas doen?

1. vz
2. pers.vnw.
3. lw
4. zn

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Wil jij (de) telefoon in je nieuwe tas doen?

1. vz
2. pers.vnw.
3. lw
4. zn

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Wil jij de telefoon in je (nieuwe) tas doen?

1. bn
2. pers.vnw.
3. lw
4. zn

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Iedereen wil graag (een) wereld vol vrede.

1. bn
2. pers.vnw.
3. lw
4. zn

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Iedereen wil graag een (wereld) vol vrede.

1. bn
2. pers.vnw.
3. lw
4. zn

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Iedereen wil graag een wereld vol (vrede).

1. bn
2. pers.vnw.
3. lw
4. zn

Aan de slag...

Leren voor de toets (zie Magister/Onderwijsportaal voor de toetsstof)

Het volgende uur: toets maken 

Klaar? Voor jezelf iets doen op de laptop!