NE_GT2_Grammatica PV en zinsdelen

Nederlands
Grammatica 
PV en zinsdelen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Nederlands
Grammatica 
PV en zinsdelen

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Na deze les weet je hoe je de persoonsvorm vindt en kun je zinnen in zinsdelen verdelen. 

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je al van
grammatica (zinsdelen)?

Slide 3 - Carte mentale

Persoonsvorm (PV)
  • De persoonsvorm is een werkwoord in de zin.
  • Je vindt de PV door: 

 -Vraagproef: de zin vragend  te maken; het eerste werkwoord is dan            de persoonsvorm    

-Tijdsproef: de zin in een andere tijd te zetten; het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm 
- Getalproef: het getal van de zin te veranderen; het werkvoord dat verandert is de persoonsvorm

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Wat is de PV in deze zin?

Zij verkoopt mooie schoenen.
A
Zij
B
verkoopt
C
mooie
D
schoenen

Slide 6 - Quiz

Wat is de PV in deze zin?

Zij heeft mooie schoenen verkocht.
A
Zij
B
heeft
C
mooie schoenen
D
verkocht

Slide 7 - Quiz

Wat is de PV in deze zin?

Tom zou in het Nederlands elftal willen voetballen.
A
zou
B
willen
C
voetballen
D
zou willen voetballen

Slide 8 - Quiz

Wat is de PV in deze zin?

Vanavond gaan we eten in dit Italiaans restaurant.
A
gaan
B
eten
C
gaan eten
D
we

Slide 9 - Quiz

Zelfstandig aan de slag
Maak opdracht 1 op papier. 

Bewaar dit blad goed, je hebt het volgende les nodig! 
Je gaat dan opdracht twee maken. 

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 1 nakijken

Slide 11 - Diapositive

Lesdoel behaald? 

Slide 12 - Diapositive

Onderstreep de persoonsvorm en verdeel de zin in zinsdelen.
De leerkracht gaf Mark vorige week een 10.

Slide 13 - Question ouverte

Onderstreep de persoonsvorm en verdeel de zin in zinsdelen.

Mijn zus en haar vriend zijn elke avond aan het klussen.

Slide 14 - Question ouverte

Volgende les
Leer je het onderwerp en lijdend voorwerp vinden en benoemen. 

Slide 15 - Diapositive