03. Module dans

1. Lesopening/Lesdoel                     Les 3 module dans
2. Terugblik                                          Les 2
3. Instructie                                         Theorie doornemen                          
4. Begeleid inoefenen                     Dansanalyse
5. Zelfstandig werken                     Poster
6. Evaluatie
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
ckvVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte et 7 vidéos.

Éléments de cette leçon

1. Lesopening/Lesdoel                     Les 3 module dans
2. Terugblik                                          Les 2
3. Instructie                                         Theorie doornemen                          
4. Begeleid inoefenen                     Dansanalyse
5. Zelfstandig werken                     Poster
6. Evaluatie

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening/Lesdoel
Vandaag gaan we de laatste hoofdstukken van de geschiedenis van dans doornemen.

Daarna krijgen jullie een opdracht om een aantal dansfragmenten te gaan analyseren. Dit is het tweede cijfer voor de module dans. 

De laatste opdracht is om een dansfestival fictief te organiseren en te promoten door een poster te maken. 

Slide 2 - Diapositive

1. Lesopening/Lesdoel
 - Dans in de middeleeuwen 
 - Hofballet 
 - Romantisch Ballet 
 - Moderne dans 
 - Postmoderne dans 
 - Dans en jeugdcultuur

Opdracht Dansanalyse

Slide 3 - Diapositive

2. Terugblik 
Vorige les hebben we verschillende stromingen van dans behandeld. Van de Middeleeuwen tot aan het Romantisch Ballet.

Slide 4 - Diapositive

3. Instructie
Moderne dans
Tussen 1900 en 1930 ontstond een nieuwe vorm van theaterdans: Moderne dans. 
Die week sterk af van het traditionele ballet: qua techniek, stijl en thematiek. 
Kijk maar eens:
 - Moderne dans kan namelijk zowel elegante, sierlijke bewegingen als hoekige en schokkende bewegingen laten zien.
 - Veel bewegingen gaan uit van de basis, de grond. Het lichaam gaat mee met de zwaartekracht (vallen en hellen). 
 - De dans gaat vaak over een idee of stemming en niet over een verhaal.
 - Mannen en vrouwen zijn even belangrijk.
 - Dansers kunnen van alles dragen: kostuums, nonchalante kleding of vodden. Ze dansen vaak op hun blote voeten.

Slide 5 - Diapositive

De grootste invloed op de moderne dans was de kunststroming expressionisme. De dans leende zich goed voor het tot uitdrukking brengen van persoonlijke gevoelens en een individuele benade- ring. Zowel in de muziek als in de dans leidde dit tot het loslaten van academische technieken.
De grootste invloed op de moderne dans was de kunststroming expressionisme. De dans leende zich goed voor het tot uitdrukking brengen van persoonlijke gevoelens en een individuele benadering. Zowel in de muziek als in de dans leidde dit tot het loslaten van academische technieken.

Slide 6 - Diapositive

De grootste invloed op de moderne dans was de kunststroming expressionisme. De dans leende zich goed voor het tot uitdrukking brengen van persoonlijke gevoelens en een individuele benade- ring. Zowel in de muziek als in de dans leidde dit tot het loslaten van academische technieken.
In de dans werd deze vernieuwende stroming bijna geheel gedragen door vrouwen. Zij emancipeerden zich daarbij van uitvoerend danseres (corps de ballet of solist) tot zelfstandig choreografe. Als danseres vertolkten ze hun eigen werk. Voor het eerst haakte de danskunst in op eigentijdse thema’s en werkte dat op abstract symbolisch wijze uit. 
Dat was voor het publiek niet altijd even eenvoudig te begrijpen. Moderne dans speelde evenzeer in op het gevoel als op het intellect. Dans diende niet langer als amusement voor de economische burgerelite, zoals in de 19de eeuw. De dans won aanhang bij een culturele, intellectuele en artistieke elite. 
Moderne dans werd niet meer in opdracht gemaakt, maar werd zelfstandig. Dans werd serieus, hoefde niet perse mooi te zijn, maar mocht ook iets pijnlijks onthullen.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

POSTMODERNE DANS
Postmodern betekent letterlijk: na het moderne.

Dus de postmoderne dans is de nieuwe dans die ontstaan is na de moderne dans. Feitelijk is het de laatste grote stroming die één naam en één stempel heeft gekregen, ook al omvat het heel veel verschillende visies en benaderingen van dans.

In dans kent men revolutie op revolutie. De moderne dans was revolutionair ten aanzien van de klassieke dans, de postmoderne dans zette zich weer af tegen de moderne dans.
Een revolutie ontstaat omdat de tijd rijp is voor verandering. 

Slide 9 - Diapositive

De grootste invloed op de moderne dans was de kunststroming expressionisme. De dans leende zich goed voor het tot uitdrukking brengen van persoonlijke gevoelens en een individuele benade- ring. Zowel in de muziek als in de dans leidde dit tot het loslaten van academische technieken.
Merce Cunningham, de aanstichter van het danspostmodernisme, leefde in een wereld waarin grote wereldoorlogen uitgevochten waren. Waarin het verkeer sterk in opkomst was: straten vol met auto’s was tot dusver onbekend. Het gevolg daarvan, de files en niet weten of je op tijd zal aankomen op de plek van bestemming, was een nieuw fenomeen. De wereld was niet meer naar jouw hand te zetten: iedereen moest mee in de ‘draaimolen’. Daarom was het toevalprincipe dat Merce Cunningham in zijn dans hanteerde dus geen toeval!
De choreografen van de moderne dans, levend in een dramatische wereld van oorlog en armoe, maakten sterk dramatisch getinte dansstukken,
De revolutionairen zetten zich daar tegen af en verklaarden dat dans ‘puur om de beweging gaat’

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

DANS EN JEUGDCULTUUR
De jeugd van tegenwoordig.....de eerste die zich erover beklaagde was een klassieke schrijver
in het oude Rome. Ook voor de dans geldt dat de vernieuwingen die de jeugd aandraagt zelden met open armen worden ontvangen door een oudere generatie. Op de Weense wals werd eeuwen geleden net zo geschokt gereageerd als op bubbling een aantal jaren geleden. 

Even terug naar de basistheorie van dans
Volgens Luuk Utrecht is dans grofweg onder te verdelen in vier categorieën:
1: Dans als expressiemiddel
2: Gemeenschapsdans
3: Educatieve dans
4: Theaterdans

Slide 12 - Diapositive

Onder welke noemer valt de dans die uitgevoerd wordt in de discotheek, club of dance-event? Het lijkt een ‘spontane dans’, waarvoor geen vorm of regel bestaat. Waarbij het moment van creatie samenvalt met de uitvoering. De maker is de danser, de dans is niet gericht op vertoning. Er is geen bewuste vormgeving met behulp van theatrale middelen. Meestal is de achterliggende gevoelsinhoud er één van recreatie of spontane ontlading (van bijvoorbeeld levenslust).

Als je denkt dat je met spontane dans bezig bent in de discotheek, club of dance-event, heb je maar voor een klein deel gelijk. Want de vorm is zeker niet vrij, maar duidelijk aan regels gebon- den, en aan de dans zit een vaste context van muziek, kostuum en enscenering. Je zal bijvoor- beeld zeer zelden vijftigplusser zien jumpstylen op een Country& Western-liedje.

De dans in een club of party is in feite de uitdrukking van een ritueel met een duidelijke betekenis. De dans drukt zowel verbondenheid uit met je groepsgenoten als een onderscheid met andere groepen. De dans is onderdeel van de identiteit, het gezicht van de groep.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

4. Begeleid inoefenen
OPDRACHT 2: DANSANALYSES.

Je krijgt nu een aantal danssoorten te zien, bij elke fragment ga je een aantal vragen beantwoorden.

Slide 15 - Diapositive

1. Het nationale Ballet - Coppelia
• Om welke dansstijl gaat het? (omcirkel één of meerdere soorten dans die je hebt gezien, of vul verder in):
Klassiek ballet – Moderne dans – Volksdans – Jazzdans – Streetdance – Discodans – Afrikaanse dans – Breakdance – Salsa – Stijldans - Wals - ................

• Welke inhoud heeft de dans? □ Thematische dans
□ Verhalende dans
□ Abstracte/absolute dans

• Waaruit heb je dat opgemaakt?

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

2. Het Nederlands Danstheater - Tar and Feathers
Vorm choreografie
• Op welke manier wordt er gedanst? □ Klassiek op spitzen
□ Op dansschoeisel
□ Op blote voeten

• Hoe worden de dansen uitgevoerd?
□ Solist, □ Duo’s, □ Trio’s, □ Groep, aantal dansers: .........

  • Bewegingen?
□ Gelijke bewegingen, □ Afwisseling in bewegingen

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

3. Jabbawockeez
Danselementen
• Op welke manier komen de elementen tijd en kracht terug in de voorstelling? Omcirkel het antwoord.

• Hoe wordt de ruimte gebruikt? Welke patronen gebruiken de dansers op het dansvlak? Omcirkel het antwoord:

• Teken hieronder twee verschillende posities van de dansers Bijvoorbeeld, drie dansers staan voor en drie achter:

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

4. IntrodansEnsemblevoordejeugd - Slapstripstick
Toneelbeeld en muziek
• Wat speelt er in de aankleding van deze choreografie een grote rol? 

• Welke functie heeft het toneelbeeld?
           • Op welke manier wordt muziek gebruikt bij de voorstelling? 

• Volgt de dans de muziek of volgt de muziek de dans? Hoe zie je dat?
         • Welk gevoel roept de voorstelling op?

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

5. Zelfstandigwerken
Jij gaat een reclameposter maken voor een dansfeest of festival. Je mag zelf kiezen welke dans- stijl het is als deze maar duidelijk is in je poster. Het mogen ook meerdere dansstijlen zijn.

Formaat : A3
Thema: Dansfeest of Festival
Doel: Reclame maken voor het feest/festival, het moet de aandacht trekken en mensen moeten zin hebben om naar het feest toe te gaan.
waar moet je poser aan voldoen: - Titel van het festival/feest
- Dansstijl moet zichtbaar zijn
- Datum en tijd
- Locatie
- eventueel artiesten die er zullen zijn
creativiteit wordt beloond!

Slide 24 - Diapositive

6. Evaluatie

Slide 25 - Diapositive

*Plusopdracht of Klaaropdracht

Slide 26 - Diapositive